werkwoordspelling NN H1-H6

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

A2b
Welkom!

Slide 2 - Slide

Gelukkig, een nieuw jaar!
Een gelukkig nieuw jaar!

Slide 3 - Slide

HERHALING REGELS ONLINE:

1. camera's uit
2. microfoon alleen aan na toestemming van mij
3. vragen in chat of handje opsteken
4. geen respons? --> afwezig

Slide 4 - Slide

PLANNING VANDAAG:
1. Oefeningetjes werkwoordspelling
2. Maken: NN werkwoordspelling:
hfst. 1: Gebiedende wijs
hfst. 2: Vervoeging Engelse werkwoorden
hfst. 3: pv tt -d of -t?
hfst. 4: pv vt
hfst. 5: pv samengestelde zinnen
hfst. 6: pv tt of volt. deelwoord?


Slide 5 - Slide

LEERDOEL:
verbeteren van je werkwoordspelling

Slide 6 - Slide

Gebiedende wijs
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!

Slide 7 - Quiz

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

timer
0:15
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.

Slide 8 - Quiz

PV tt -d of -t?
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
De docent verbaasd zich nog altijd over A2a.
B
Lika speldt de woorden beter dan ik.
C
De lockdown ontregelt het openbare leven.
D
Wanneer word jouw docent ontslagen?

Slide 9 - Quiz

PV vt
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Gisteren bevrijdden de brandweerlieden de kat.
B
Gisteren bevrijden de brandweerlieden de kat.
C
Gisteren bevrijdde de brandweerlieden de kat.
D
Gisteren bevrijde de brandweerlieden de kat.

Slide 10 - Quiz

PV samengestelde zinnen
Ik vond het niet leuk dat je dat zei, maar je had wel gelijk gekregen.
timer
0:15
A
De zin heeft 1 persoonsvorm.
B
De zin heeft 2 persoonsvormen.
C
De zin heeft 3 persoonsvormen.
D
De zin heeft 4 persoonsvormen.

Slide 11 - Quiz

pv tt of volt. deelwoord?
Kies de juiste schrijfwijze:

timer
0:15
A
Het verbaast me dat dit niet vaker is gebeurt.
B
Het verbaasd me dat dit niet vaker is gebeurd.
C
Het verbaasd me dat dit niet vaker is gebeurt.
D
Het verbaast me dat dit niet vaker is gebeurd.

Slide 12 - Quiz

AANTEKENING:
-studiewijzer
-extra uitleg
-meer voorbeelden

Slide 13 - Slide

AAN DE SLAG:
-kies een hoofdstuk uit NN 1 t/m 6
-geef door via de chat welk hoofdstuk
-maak de opdrachten
-einde van de les controle

Slide 14 - Slide

Bedankt voor de aandacht
Tot donderdag!

Slide 15 - Slide