5.3 Lezen les 2 2KGT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

• Pak je leesboek en ga rustig lezen
• Etui op tafel
• Ipad en werkboek op de hoek van je tafel

5.1 Fictie

• Lezen
• Zelfstandig aan de slag

5.1 Fictie

Vandaag

• de functies van inleiding en slot herkennen
• een samenvatting maken met kernzinnen

5.3 Lezen

In deze paragraaf leer je:

• het onderwerp van de tekst
• iets om de aandacht van de lezer te trekken

5.3 Lezen - herhalen

Wat vermeldt een schrijver in een inleiding?

Nederlanders zijn wereldkampioen schoon water verspillen.

Er bestaat een mogelijkheid om Parkpop weer te organiseren. 

• kort zijn mening te geven
• een vraag (vragen) te stellen

5.3 Lezen - herhalen

Hoe trekt de schrijver in de inleiding de aandacht?

Twee keer per week vegatarisch eten is misschien een goed idee.

Moeten we naar België kijken voor een beter gebruik?

• samenvatten
• conclusie
• antwoord(en) op de vraag in de inleiding

5.3 Lezen - herhalen

Op welke manier rondt de schrijver een tekst af?

• nieuwsberichten in krant of website

5.3 Lezen - herhalen

Welke soort teksten hebben soms geen slot?

5.3 Lezen 

Zelfstandig werken

• Maak opdracht 4 t/m 7 blz. 108 - 110
• Bespreken opdrachten 4 t/m 7

5.3 Lezen 

Zelfstandig werken/huiswerk

• Maak opdracht 8 t/m 11 blz. 110 - 112
• Bespreken opdracht 8 t/m 11

In een samenvatting noteer je alleen de hoofdzaken van een tekst. Dat kan makkelijk door alle kernzinnen van de belangrijke alinea's na elkaar te zetten. Een kernzin is namelijk een mini-samenvatting van de alinea.

5.3 Lezen

Leertekst: Samenvatten met kernzinnen blz. 112

Een kernzin is de belangrijkste zin van een alinea

In een samenvatting maak je zo:

• Bepaal welke alinea's belangrijke informatie bevatten.
  
• Onderstreep de kernzin van die alinea's.
  
• Heeft een belangrijke alinea géén duidelijke kernzin?
   Formuleer die dan zelf.
  
• Schrijf alle kernzinnen achter elkaar.
  
• Pas de kernzinnen wat aan, zodat de inhoud goed op elkaar aansluit.

5.2 Gedicht

Leertekst: Samenvatten met kernzinnen blz. 112

5.3 Lezen 

Zelfstandig werken

• Maak opdracht 12 t/m 16 blz. 113 - 115

• de functies van inleiding en slot herkennen
• een samenvatting maken met kernzinnen

5.3 Lezen

In deze paragraaf leer je:

• Een gedicht kun je herkennen aan de vorm:
   korte regels in groepjes, met veel wit eromheen.
   Meestal zegt die vorm niets over het onderwerp
   van het gedicht.
• Bij een beeldgedicht laat de vorm juist wel het
  onderwerp zien.
  Een beeldgedicht is een combinatie van tekst en beeld.

5.2 Gedicht

Leertekst: Beeldgedicht blz. 106