H3.2 Hoeveel levert het op?

1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...
A
belasting over de toenemende waarde
B
belasting tegen waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting over de toegevoegde waarde

Slide 2 - Quiz

Exclusief BTW
Is dat zonder of met BTW?
A
Zonder
B
Met

Slide 3 - Quiz

BTW prijsberekening exclusief
Prijs exclusief BTW= prijs inclusief 21% btw : 121 x 100

Prijs exclusief BTW= prijs inclusief 9% btw : 109 x 100

Slide 4 - Slide

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 5 - Quiz

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 6 - Quiz

Noem de 4 productiefactoren
tip: KANO

Slide 7 - Mind map

3.2 Hoeveel levert het op? 
Omzet=
  • (Het totaalbedrag dat een bedrijf ontvangt door de verkoop van producten)
  • Afzet
  • (Aantal verkochte producten)
  • X
  • Verkoopprijs
  • (Prijs waarvoor de producten zijn verkocht)

Slide 8 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op?
Brutowinst =
Omzet - Inkoopwaarde
  • Omzet
  • Inkoopwaarde -
  • =Brutowinst

Slide 9 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op? 
Nettoresultaat =
Brutowinst -  overige /bedrijfskosten
  • Omzet
  • Inkoopwaarde -
  • =Brutowinst
  • Overige / bedrijfskosten  -
  • =Nettoresultaat
Vraag 14
Vraag 16

Slide 10 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op? 
Eén van de manieren om kosten te verlagen is het verhogen van de arbeidsproductiviteit.
  • De productie per werknemer in een bepaalde tijd

Slide 11 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op? 

Slide 12 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op? 
Oude situatie
Nieuwe situatie
-> minder personeel
Nieuwe situatie
-> meer productie

Slide 13 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op? 
Oude situatie
Nieuwe situatie
-> minder personeel
Nieuwe situatie
-> meer productie
Kostprijs per product daalt!!

Slide 14 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op?
Hoe kun je de arbeidsproductiviteit verhogen?
  • Technologische ontwikkelingen
  • Arbeidsverdeling
  • (-> Het werk wordt zo verdeeld, dat iedereen doet waar hij goed in is. Iedereen heeft zijn eigen specialisatie.)
  • Scholing
  • Prestatiebeloning.

Slide 15 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op? 
Berekenen arbeidsproductiviteit
Totale productie in een periode
aantal werkenden

Slide 16 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op? 
Voorbeeld:
Een kledingfabriek produceert 120.000 t-shirts per week. Er werken 16 mensen, elk 5 dagen per week.
Bereken de arbeidsproductiviteit per dag.
Stapjes:
  • De productie per dag berekenen
  • De arbeidsproductiviteit berekenen.
120.000 : 5 = 24.000 t-shirts per dag
24.000 : 16 = 1.500 t-shirts per persoon per dag
of
120.000: (16 werknemers x 5 dagen) = 1.500 t-shirts per persoon per dag
arbeidsproductiviteit= 
Totale productie in een periode : 
aantal werkenden

Slide 17 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op?
  • Er is veel vraag naar kano's, dan willen de indianen ook graag veel verkopen. Maar er is een grens aan hoeveel mogelijk is, de productiecapaciteit. 

Slide 18 - Slide

3.2 Hoeveel levert het op? 
Productiecapaciteit is afhankelijk van:
  1. Het aantal mensuren dat er in het bedrijf gewerkt wordt
  2. De kapitaalgoederen die worden gebruikt.

Slide 19 - Slide

MVO ondernemen

Slide 20 - Slide

Samen reken opdrachten

Slide 21 - Slide

Aan het werk!!
Maken t/m 24
Leren paragraaf 3.3


Extra maken:
Rekenopgaven!!!!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video