This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Betoog schrijven
De komende weken gaan jullie werken aan een
schrijfopdracht.
Slide 1 - Slide
Planning
Lezen
Uitdelen boekjes
Planning bekijken
Uitleg betoog
Groepjes debat maken
Aan de slag
Slide 2 - Slide
Argumenten
Je kunt in je betoog gebruikmaken van:
1. Feitelijke argumenten.
2. Waarderende argumenten.
Slide 3 - Slide
Feitelijke argumenten
Een feitelijk argument is gebaseerd op feiten. Je hoeft zo'n argument dus niet verder te onderbouwen. Uiteraard is het wel slim om bv. te vermelden uit welk onderzoek het argument komt dat je gebruikt.
Slide 4 - Slide
Waarderende argumenten
Over een waarderend argument kun je van mening verschillen en daarom moet je zo'n argument goed onderbouwen.
Slide 5 - Slide
Je leest eerst het betoog 'Blijf gewoon van de klok af'. De volgende vragen gaan over dat betoog. Houd het betoog erbij tijdens het beantwoorden van de vragen.
Slide 6 - Slide
Waar vind je het standpunt van de schrijver?
A
inleiding
B
kern
C
slot
Slide 7 - Quiz
Wat is het standpunt van de schrijver?
Slide 8 - Open question
Welk signaalwoord(en) gebruikt de schrijver voor zijn standpunt?
Slide 9 - Open question
Welke signaalwoorden voor een opsomming vind je in de kern?
Slide 10 - Open question
'Ten eerste heeft nieuw onderzoek uitgewezen dat de ingang van de zomertijd de kans op een hartinfarct kan vergroten.'
Is dit een feitelijk of een waarderend argument?
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 11 - Quiz
'Bovendien leidt 80% van de mensen na invoering van de zomertijd, volgens hoogleraar Martha Merrow ( rijksuniversiteit Groningen) aan een sociale jetlag.'
Is dit een feitelijk of een waarderend argument?
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 12 - Quiz
'Tot slot raakt onze biologische klok in de war.'
Is dit een feitelijk of een waarderend argument?
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 13 - Quiz
Welk tegenargument vind je in alinea 5?
Slide 14 - Open question
Met welke zin weerlegt de schrijver dit tegenargument?
Slide 15 - Open question
De schrijver maakt in het slot gebruik van....
A
een conclusie
B
een samenvatting
Slide 16 - Quiz
In het slot herhaalt de schrijver zijn standpunt. Herhaalt hij deze letterlijk?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
Citeer de uitsmijter.
Slide 18 - Open question
Groepjes debat maken
Slide 19 - Slide
Aan de slag
Maak stap 1 t/m 5. Lever voor de volgende les (10 januari) je bronnen in met bronvermelding.