Maak nu opdr. 3 a, b en c (p. 148)Schrijf de zin eerste helemaal netjes over en zorg dat je een regel overslaat om de functies boven de zinsdelen te zetten. De zinsdeelstukken zet je eronder. Voorbeeld:
O WG LV
/ Jan / eet / een grote, rode appel./
grote = bvb bij appel, rode = bvb bij appel