Inversie en congruentie herhaling

• Nederlands
• Secundair onderwijs

INVERSIE en CONGRUENTIE

Herhaling

inversie

Quiz inversie

Kies telkens het juiste antwoord.

Kies het juiste antwoord.

1. Vanavond ik eet frietjes en daarna gaan we naar een concert.
2. Vanavond eet ik frietjes en daarna we gaan naar een concert.
3. Vanavond ik eet frietjes en daarna gaan we naar een concert.
4. Vanavond ik eet frietjes en daarna we gaan naar een concert.

Kies het juiste antwoord.

1. Waarom gaan we niet met de auto naar Brussel?
2. Waarom we gaan niet met de auto naar Brussel?

Kies het juiste antwoord.

1. Gisteren ik ben naar de les gegaan, maar vandaag ik ga niet.
2. Gisteren ben ik naar de les gegaan, maar vandaag ik ga niet.
3. Gisteren ben ik naar de les gegaan, maar vandaag ga ik niet.
4. Gisteren ik ben naar de les gegaan, maar vandaag ga ik niet.

Ik drink koffie daarna ik eet taart.

1. Juist
2. Fout

Dan ik wil een nieuwe auto kopen.

1. Juist
2. Fout

Kies het juiste antwoord.

1. Ik was 32 jaar toen ik besloot van job te veranderen.
2. Ik was 32 jaar toen besloot ik van job te veranderen.
3. Was ik 32 jaar toen ik besloot van job te veranderen.
4. Was ik 32 jaar toen besloot ik van job te veranderen.

Kies het juiste antwoord.

1. Hij moest hard lachen want de komiek was heel grappig.
2. Hij moest hard lachen want was de komiek heel grappig.

Kies het juiste antwoord.

1. Voordat hij naar school fietst, hij moet eerst langs oma.
2. Voordat hij naar school fietst, moet hij eerst langs oma.

We zijn naar de cinema geweest en we hebben een film gezien.

1. Juist
2. Fout

Ik ga slapen want ik ben moe.

1. Juist
2. Fout

Kies het juiste antwoord.

1. Ik weet zeker dat heb ik mijn sleutels hier gelegd.
2. Ik weet zeker dat ik mijn sleutels hier gelegd heb.

Kies het juiste antwoord.

1. Je kan hier enkel tennissen indien ben je ingeschreven.
2. Je kan hier enkel tennissen indien je ingeschreven bent.

Kies het juiste antwoord.

1. Je hebt me goed geholpen toen ik veel problemen had.
2. Je hebt me goed geholpen toen had ik veel problemen.
3. Je hebt me goed geholpen toen ik had veel problemen.

Inversie

Zijn hier nog vragen over?

congruentie

Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.

1. Juist
2. Fout

Een groepje kinderen gingen gisteren naar het zwembad.

1. Juist
2. Fout

De musea in Rotterdam IS / ZIJN gesloten.

1. Is
2. Zijn

Het personeel van het ziekenhuis STAAKT / STAKEN.

1. Staakt
2. Staken

De potjes appelmoes ... netjes opgestapeld in het schap.

1. staan
2. staat

Elke zaterdag ... een groep wandelaars een kop koffie in onze lunchroom.

1. drinkt
2. drinken

De deelnemers van de prijsvraag ... in spanning op de uitslag.

1. wacht
2. wachten

Ongeveer de helft van onze
klanten ... een klantenkaart.

1. heeft
2. hebben

De juistheid van de cijfers werden in twijfel getrokken door de accountant.

1. Goed
2. Fout

Meer dan de helft van de studenten in mijn groep zijn afwezig

1. Goed
2. Fout

Het clubje heren waren nog lang niet uitgepraat.

1. Goed
2. Fout

De media besteedt veel aandacht aan de formatie van het kabinet.

1. Goed
2. Fout

Volgens Van Gaal geeft de media een verkeerde weergave van de gebeurtenissen.

1. Goed
2. Fout

De enorme groep oproerkraaiers hadden het centrum van de stad bijna bereikt.

1. Goed
2. Fout

Tachtig procent van de eindexamenleerlingen is geslaagd.

1. Goed
2. Fout

Welke zin of zinnen zijn niet juist?

1. De media doen uitgebreid verslag van het coronavirus.
2. Drank en drugs zorgen voor veel problemen in Amerikaanse steden.
3. Een aantal bezoekers zijn onwel geworden tijdens het festival.
4. Aan de omstanders wordt verzocht zich normaal te gedragen.

Welke zin of zinnen zijn niet juist?

1. Eén van de dieven was heel duidelijk in beeld op de bewakingsbeelden.
2. Het personeel van de winkel zijn altijd heel hulpvaardig.
3. In Nederland zijn er veel centra voor daklozen.
4. Twintig procent van de ondervraagden verwachten snel weer een baan te vinden.

Congruentie

Zijn hier nog vragen over?