SOV-D les 4

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Planning

• Terugblik (bespreken van opdrachten W3)
  
•  H5.3 Andere soorten diversiteit
• Opdracht week 4
• Afsluiten

1. Gaat het over temperament, karakter of persoonlijkheid?

Hoe actief een baby is.

1. Temperament
2. Karakter
3. Persoonlijkheid

1. Gaat het over temperament, karakter of persoonlijkheid?

Omgeving heeft hierbij een belangrijke rol.

1. Temperament
2. Karakter
3. Persoonlijkheid

1. Gaat het over temperament, karakter of persoonlijkheid?

Erfelijk.

1. Temperament
2. Karakter
3. Persoonlijkheid

1. Gaat het over temperament, karakter of persoonlijkheid?

Als laatste ontwikkelt een kind de …………

1. Temperament
2. Karakter
3. Persoonlijkheid

2. "casus Pieter"

Noteer 1 uitspraak die jij kunt gebruiken om Piet regels en grenzen op een goede manier aan te leren. Laat hierbij zien dat je het kind accepteert, maar ook vertelt wat de regel is.

3. Wat kun je als pedagogisch begeleider doen om erachter te komen wat voor een temperament een kind heeft?

Opvallend gedrag

• Opvallend gedrag: gedrag dat aandacht trekt
• Talentvolle kinderen: kinderen die de mogelijkheid hebben om zich op een bepaald gebied te ontw. en die tot uitzonderlijke prestaties komen (youtube 1)
• Talentontwikkeling: bieden van extra kansen om talent verder te ontwikkelen (youtube 2)

               Youtube 1                                                                         Youtube 2

Fasen: kennismaken, ontw., nog beter worden, topprestatie leveren

Helpen bij ontwikkelen van talent

• Neem talent serieus
• Kind is erg gemotiveerd (bijna niet te remmen)
• Biedt mogelijkheden/ruimte om tallent dat van binnenuit komt verder te ontw.
• ouders zien kind als "wonderkind" (nemen kind in bescherming of stimuleren te veel)
• Blijf met ouders in gesprek gaan

Excentrieke kinderen

kinderen die zich niets aantrekken van andere kinderen. Gaan ergens helemaal voor en wijken af van dat wat "gewoon" is.

Lees samen vb. 6 uit boek

LET OP; als kind anders wilt zijn dan groep, dan maakt het niet uit, maar wanneer het kind onhandig is in maken van contact moet het kind begeleidt worden om hier beter in te worden

Hoogsensitiviteit

= kinderen die veel prikkels voelen en veel tijd nodig hebben om deze te verwerken.

• geluiden harder waarnemen
• last hebben van sfeer in de ruimte en hier heftig op reageren (zie tabel 7)

Als een kind hoog sensitief is heeft hij/zij niet direct autisme of ADHD

Zelfstandig werken

Lezen: blz 198

Maken: opdracht week 4

opdracht week 4 volgende week bespreken.