Werkwoordspelling

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Wat weet je over klankvaste werkwoorden?
(regels, herkennen, voorbeelden)

Wat is de tegenwoordige tijd hij-vorm van vinden?

Maak deze zin af met het werkwoord zweven
Ik heb ....

Maak deze zin af met het werkwoord bekeuren:
De agent heeft mij .....

Maak deze zin af met het werkwoord melden:
... hij zich?

Maak de zin af met het werkwoord spreiden:
De vogel .... zijn vleugels.

Tegenwoordige tijd "hij, zij, het" 

Tegenwoordige tijd "ik, ....jij?"

Verleden tijd enkelvoud

Verleden tijd meervoud

redde

benoemt

wachtten

kleed

Graasde

antwoordt

broedden

Leefden

schijnt

vind

In welke tijd staat deze zin?

In Brussel zijn enkele officiële instellingen gehuisvest.

1. Tegenwoordige tijd
2. Voltooide tijd
3. Verleden tijd
4. Onvoltooide tijd

In welke tijd staat deze zin:
Wij recyclen al jaren ons glas.

1. Tegenwoordige tijd
2. Voltooide tijd
3. Verleden tijd
4. Onvoltooide tijd

Vroeger werden koningen in Egypte farao's genoemd.

1. Tegenwoordige tijd
2. Voltooide tijd
3. Verleden tijd
4. Onvoltooide tijd

Na de oorlog emigreerden veel Nederlanders naar Canada.

1. Tegenwoordige tijd
2. Voltooide tijd
3. Verleden tijd
4. Onvoltooide tijd

Schrijf een zin in de voltooide tijd.

Schrijf een zin in de verleden tijd.

Schrijf een zin in de tegenwoordige tijd.

Je bent klaar! 

Goed gedaan