De veenarbeiders woonden vlakbij de plaats waar zij werkten. Op grond van de veenbaas. Was er geen werk meer, dan betekende dat automatisch dat je moest verhuizen. De veenarbeiders hadden vaak kleine, lege huisjes, omdat ze leefden in armoede.
Op 1 mei, het begin van het veenseizoen, was het altijd druk. Veel veenfamilies trokken van de ene veenplaats naar de andere.