13.5 Ontwikkelingen in verhoudingen

13.5 Ontwikkelingen in verhoudingen
1. Veranderende verhoudingen
2. Processen die de sociale ongelijkheid beïnvloeden "Ontwikkelingen 21e eeuw"
- in NL
- Tussen landen.
3. Politieke verhoudingen

1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

13.5 Ontwikkelingen in verhoudingen
1. Veranderende verhoudingen
2. Processen die de sociale ongelijkheid beïnvloeden "Ontwikkelingen 21e eeuw"
- in NL
- Tussen landen.
3. Politieke verhoudingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Veranderende verhoudingen
1800: NL = gesloten samenleving
1848 = grondwetswijziging, onderlaag van armen nog steeds uitgesloten van politieke rechten.
"De sociaal-economische positie en sekse van mensen bepaalde hun politieke machtspositie"
1870: cultuurverandering: meer aandacht voor rechten van (alle) burgers
1917/1919: algemeen kiesrecht (behalve 'inlandse bevolking')
Welk effect heeft dit op de sociale ongelijkheid? Leg uit (gebruik.....)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Veranderende verhoudingen
1919-1985
Algemeen kiesrecht --> meer macht lagere klasse --> meer sociale wetgeving 

Sociale ongelijkheid neemt toe/af*

Slide 3 - Slide

af
Veranderende verhoudingen
Na 1985: sociale ongelijkheid neemt weer toe:
- meer nadruk overheid eigen verantwoordelijkheid (ideologie?)
- betaalbaarheid


Sociale ongelijkheid in NL
Weinig ongelijkheid qua inkomen
Veel ongelijkheid qua bezit
Hoe dan?

Slide 4 - Slide

af
Specifieke groepen:
Let op: Niet ZWART_WIT!!!
a. Meer flexwerkers --> zwakkere soc-eco positie
b. Hoger onderwijs voor jongeren uit alle milieus
c. Meer ouderen --> goede opleiding, redelijk inkomen, pol. macht
d. MMMA (mensen met migratieachtergrond) vaker hoogopgeleid

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Mannen-Vrouwen
Nog steeds sociale ongelijkheid (nam wel af).
tot 1950: ongelijk voor de wet
Nu:
Minder vrouwen aan de top (glazen plafond)
Vrouwen verdienen minder in vergelijkbare banen
3. Proces: ongelijkheid neemt langzaam af, maar is nog niet weg.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Processen die de soc. ong. beïnvloeden

- In NL
- Tussen landen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. Europeanisering en globalisering

Vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten -->
- meer handel (goed voor NL)
- makkelijker werken over de grens
- arbeid naar lagelonenlanden (gevolg NL?)
- migratiestromen
Gevolg voor sociale ongelijkheid?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

2. Informatisering en digitalisering

Jongeren en hoogopgeleiden vs. ouderen en lager opgeleiden
- moeilijker baan vinden
- toegang tot sociale grondrechten (Digid)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Mannen-Vrouwen
Nog steeds sociale ongelijkheid (nam wel af).
tot 1950: ongelijk voor de wet
Nu:
Minder vrouwen aan de top (glazen plafond)
Vrouwen verdienen minder in vergelijkbare banen
3. Proces: ongelijkheid neemt langzaam af, maar is nog niet weg.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

4. Stijging opleidingsniveau
--> diploma inflatie: steeds hogere diploma's nodig voor een bepaalde baan
--> meer soc ong?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

5. Ontwikkeling naar post-industriele samenleving
Minder werk in industrie
Meer in dienstensector 

Ongelijke verdeling van hooggewaardeerde zaken zoals waardering en status:
Vroeger: werken met hoofd <> handen
Nu: hoog <> 'laag' opleidingsniveau

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Politieke verhoudingen
Gesloten --> open samenleving (democratisering)
1848 = grondwetswijziging,  armen nog steeds uitgesloten van pol. rechten.
1870: cultuurverandering: meer aandacht voor rechten van (alle) burgers
1917/1919: algemeen kiesrecht 

Dit sluit aan bij: 

Instrumentele visie
Politieke participatie is een middel om besluiten te kunnen nemen
Ontwikkelingsvisie
Participatie is het doel! Politiek meedoen is goed voor burgers, ze leren ervan etc. Uiteindelijk beter voor democratie.
Machtselitetheorie
Macht is aanwezig op bepaalde sleutelposities, die in handen zijn vaan een klein groepje actoren. Vaak vervult één persoon meerdere posities.
Theorie van het pluralisme
Macht is gelijk verdeeld over verschillende groepen (vakbonden, politieke partijen, verenigingen) die allemaal aandacht kunnen vragen voor hun belangen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Dat was 13.5
Zijn er nog vragen?

Maak: 21 & 25 ( 24 is ook een goeie)

Morgen: Politiek & overheidsbeleid

Slide 14 - Slide

This item has no instructions