Literatuurtentamen les 1

Literatuurtentamen les 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Literatuurtentamen les 1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen literatuur

Je leert over begrippen uit de literatuur.
Je kan de begrippen toepassen op verschillende verhalende tekstsoorten.

Slide 2 - Slide

Wat is fictie?

Slide 3 - Mind map




Verzonnen               verhalen




Bedacht


Verhalen
gebaseerd op        werkelijkheid




                                                    Feiten

Slide 4 - Slide

Fictie
Fictie
Fictie
Non-fictie
Non-fictie
Non-fictie

Slide 5 - Drag question

Realistisch of niet-realistisch
Realistisch = verzonnen verhalen die lijken op de werkelijkheid.

Niet realistisch = verhalen waarin dingen voorkomen die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren.

Slide 6 - Slide

Wat is een autobiografie?

Slide 7 - Mind map

Claudia de Breij schreef een boek over het leven van kroonprinses Amalia. Dit is een:
A
autobiografie
B
biografie

Slide 8 - Quiz

(auto)biografie
Autobiografie: De schrijver vertelt zijn eigen levensverhaal.  

Biografie: De schrijver vertelt het levensverhaal van een ander. Ook hier is de inhoud gebaseerd op feiten, maar kan fictie gebruikt worden om het verhaal aan te vullen.

Slide 9 - Slide

Genre
Verhalende teksten kun je onderverdelen in verhaalsoorten. Dat noem je genre

Slide 10 - Slide

3 Hoofdgroepen fictie
Proza = verhalende teksten zoals romans en korte verhalen

Poëzie = gedichten. Gevoelens spelen een grote rol, er is geen tijdsverloop

Toneel = Het opvoeren van een spel in een theater. Toneelstukken,  maar ook musicals en cabaret.

Slide 11 - Slide

Proza
Binnen de proza kennen we:
Kort verhaal: staat vaak in een verhalenbundel of tijdschrift
Roman: een lang verhaal in boekvorm met meerdere personages, een grotere hoeveelheid gebeurtenissen en vaak meerdere verhaallijnen.
Novelle: dit zit tussen een kort verhaal en een roman in. Korter en minder ingewikkeld dan een roman.

Slide 12 - Slide

Welke verschillende personages in een verhaal ken je?

Slide 13 - Mind map

bijfiguren die de hoofdpersoon dwars zitten zijn
A
hoofdpersonen
B
helpers
C
tegenstanders
D
afzijdigen

Slide 14 - Quiz

personen die geen belangrijke rol in het verhaal spelen zijn:
A
hoofdpersonen
B
helpers
C
tegenstanders
D
afzijdigen

Slide 15 - Quiz

de belangrijkste figuur in het verhaal met een doel is:
A
hoofdpersonen
B
helpers
C
tegenstanders
D
afzijdigen

Slide 16 - Quiz

bijfiguren die helpen bij het doel zijn:
A
hoofdpersonen
B
helpers
C
tegenstanders
D
afzijdigen

Slide 17 - Quiz

Personages 
hoofdpersoon = belangrijkste figuur in het verhaal met een doel.
helpers = bijfiguren die helpen bij het doel
tegenstanders =  bijfiguren die de hoofdpersoon dwars zitten
afzijdigen = spelen geen belangrijke rol in het verhaal

Slide 18 - Slide

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 19 - Open question

Huiswerk
Maak van het boekje literatuur de volgende onderdelen:
- fictie en non-fictie
- hoofdgroepen
- personages
(bladzijde 3 t/m 5)

Slide 20 - Slide