Perfectum

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoel

  • Ik kan vertellen over vroegen met de perfectum.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Grammatica: korte uitleg voltooid deelwoord 
  • Grammatica: quiz en spreken


Slide 3 - Slide

De voltooide tijd
=
De perfectum

Slide 4 - Slide

Het werkwoord in de voltooide tijd. 








In de voltooide tijd gebruik je twee werkwoorden:
  • vorm van 'hebben' (of 'zijn') - (dit is de PV)
  • voltooid deelwoord




 

Slide 5 - Slide

Regelmatige werkwoorden

Er zijn  regelmatige en onregelmatige werkwoorden. 

Een voltooid deelwoord begint vaak met ge- en eindigt op een -d of een -t:  (ge + stam + d / t)

Wanneer T of D? 'T EX-KOFSCHIP (of SOFT KETCHUP+X)

Als de stam van een werkwoord op een medeklinker (consonant) uit het 't ex-kofschip eindigt:
dan komt er een -t achter het voltooid deelwoord. In alle andere gevallen een -d

STAM = WERKWOORD - EN
maken: stam = mak - k staat in 't ex-kofschip - bepaal de ik-vorm= ik maak - voltooid deelwoord = gemaakt
reizen: stam= reiz - z Staat niet in 't  ex-kofship - bepaal de ik-vorm= ik reis - voltooid deelwoord - gereisd





Slide 6 - Slide

Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge-.

maar kan ook beginnen met 
be- (bedanken - bedankt)
ver- (vertellen -verteld)
ont- (ontdekken - ontdekt)
her- (herinneren - herinnerd)
aan het begin van een werkwoord. 
Deze voltooide deelwoorden krijgen dan geen extra ge meer!

Slide 7 - Slide

Het stappenplan
Nog een keer, maar dan anders.
https://thedutchonlineacademy.com/grammar/perfectum


Quiz time!!!!

Slide 8 - Slide

Wij hebben .................. (leven)

Slide 9 - Open question

Diederik heeft ..................... op de vraag. (antwoorden)

Slide 10 - Open question

De bakker heeft de ingrediënten goed ................. (mixen)

Slide 11 - Open question

Skiën heeft hij nooit ................... (durven)

Slide 12 - Open question

De cursisten hebben de grammatica goed ...................... (oefenen)

Slide 13 - Open question

We hebben de hele nacht .................... op het feest van Lot. (dansen)

Slide 14 - Open question

Wie heeft de burgemeester .....................? (ontmoeten)

Slide 15 - Open question



Het perfectum 
onregelmatig

Slide 16 - Slide

Het perfectum onregelmatig
denken      -         ik heb gedacht
hebben      -         ik heb gehad
beginnen   -        ik ben begonnen
kiezen         -        ik heb gekozen
begrijpen   -        ik heb begrepen
kopen         -        ik heb gekocht
vergelijken -       ik heb vergeleken
gaan            -       ik ben gegaan
fluiten         -       ik heb gefloten

Slide 17 - Slide

Vervolg perfectum onregelmatig
blijven        - ik ben gebleven
helpen       - ik heb geholpen
lachen       - ik heb gelachen
lopen         - ik heb gelopen
staan         - ik heb gestaan
rijden        - ik heb gereden
zingen       - heb gezongen
slapen       - ik heb geslapen
nemen       - ik heb genomen

Slide 18 - Slide

Wij hebben lekker ..................... op de boot. (slapen)

Slide 19 - Open question

Mijn schoonzoon heeft de marathon ..................... (lopen)

Slide 20 - Open question

Jij hebt de opdracht niet goed ...................... (begrijpen)

Slide 21 - Open question

Mijn vriendin heeft lekkere broodjes ................. (kopen)

Slide 22 - Open question

De mensen hebben een nieuwe regering ...................... (kiezen)

Slide 23 - Open question