Herhaling cirkel

Wat gaan we doen?
In deze les leer je:
- wat de straal en diameter van een cirkel is
- hoe je de straal kunt omrekenen naar diameter en andersom
- hoe je de formule voor omtrek van een cirkel kunt toepassen
- hoe je de formule voor oppervlakte van een cirkel kunt toepassen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
In deze les leer je:
- wat de straal en diameter van een cirkel is
- hoe je de straal kunt omrekenen naar diameter en andersom
- hoe je de formule voor omtrek van een cirkel kunt toepassen
- hoe je de formule voor oppervlakte van een cirkel kunt toepassen

Slide 1 - Slide

Wat weet je van een cirkel?

Slide 2 - Mind map

Cirkel

Slide 3 - Slide

Omtrek cirkel
Wanneer je de omtrek van de cirkel deelt door de diameter van de cirkel krijg je steeds ongeveer hetzelfde antwoord. Namelijk: ongeveer 3,14

Wanneer je op het knopje         drukt op je rekenmachine krijg je ook ongeveer 3,14.
     spreek je uit als pi
Het getal       gebruik je bij het berekenen van de omtrek van een cirkel.
De formule is: omtrek cirkel =      x diameter

π
π
π
π

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

omtrek cirkel: diameter x 
π
Let op! 
2x de straal is de diameter

Slide 7 - Slide

Wat is de omtrek van de cirkel hiernaast? Rond af op 2 decimalen.

Slide 8 - Open question

Om te onthouden:
oppervlakte rechthoek = lengte x breedte
oppervlakte driehoek = 0,5 x lengte x breedte 
omtrek cirkel = π x diameter
oppervlakte cirkel = π x straal x straal 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Oppervlakte cirkel
De oppervlakte van een cirkel kun je berekenen met:
Oppervlakte cirkel =      x straal x straal
Voorbeeld:
Oppervlakte van de cirkel hiernaast is:
Oppervlakte cirkel =      x straal x straal
Straal is: 3 cm
Oppervlakte cirkel =     x 3 x 3 = 28, 27 cm² 
Oppervlakte cirkel = 28 cm²
π
π
π

Slide 11 - Slide

Oppervlakte cirkel =  straal x straal x 
π
Let op! de straal is de helft van de diameter. 

Slide 12 - Slide

Welke som hoort bij de oppervlakte?
A
π x 7 cm
B
π x 14 cm
C
π x 7 cm x 7 cm
D
π x 14 cm x 14 cm

Slide 13 - Quiz

Welke som hoort bij de omtrek?
A
π x 7 cm
B
π x 14 cm
C
π x 7 cm x 7 cm
D
π x 14 cm x 14 cm

Slide 14 - Quiz

Om te onthouden:
oppervlakte rechthoek = lengte x breedte
oppervlakte driehoek = 0,5 x lengte x breedte 
omtrek cirkel = π x diameter
oppervlakte cirkel = π x straal x straal 

Slide 15 - Slide

Wat is het teken van Pi?

A
B
~
C
π
D
%

Slide 16 - Quiz

Wat is de naam van de
rode lijn?
A
omtrek
B
diameter
C
straal
D
helft

Slide 17 - Quiz

Wat is de naam van de
blauw lijn?
A
straal
B
diameter
C
omtrek
D
oppervlaktelijn

Slide 18 - Quiz

Het getal Pi is gelijk aan..?
A
6,28
B
314
C
62,8
D
3,14

Slide 19 - Quiz

Omtrek cirkel =
A
pi x straal x straal
B
lengte x breedte
C
πstraal2
D
pi x diameter

Slide 20 - Quiz

Bereken de omtrek van
de volgende cirkel:
De diameter is 12 cm
Gebruik de formule!
A
70
B
113,10
C
18,85
D
37,70

Slide 21 - Quiz

Oefenen
126: opdracht 7
128: opdracht 7 t/m 9
Herhaling verder maken.

Slide 22 - Slide