woordenschat H3

Vaste vergelijkingen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vaste vergelijkingen

Slide 1 - Slide

'Zo vlug als water' is een ...
A
Vaste vergelijking
B
Spreekwoord

Slide 2 - Quiz

'Boontje komt op zijn loontje' is een...
A
Vaste vergelijking
B
Spreekwoord

Slide 3 - Quiz

Toen de wekker ging, was hij zo duf als een konijn
A
Vaste vergelijking
B
Spreekwoord

Slide 4 - Quiz

Vaste vergelijkingen
  • In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar
  • Je vergelijkt
  • Een vergelijking is altijd figuurlijk bedoeld
  • Vaste vergelijkingen hebben meestal de vorm: zo...als....

- Voorbeelden

zo wit als een sneeuw

zo groen als gras

Jesper is zo sterk als een beer

Slide 5 - Slide

opdracht 1
a Na de gymles was Laura zo stijf als een....
A
koe
B
paling
C
plank
D
lat

Slide 6 - Quiz

opdracht 1
b. De juwelendief was zo vlug als....
A
kraai
B
water
C
vis
D
zee

Slide 7 - Quiz

opdracht 1
c. Mijn kleine broertje is zo bang als een...
A
kraai
B
garnaal
C
wezel
D
vis

Slide 8 - Quiz

opdracht 1
d. Onze tent was zo lek als een...
A
mandje
B
water
C
plank
D
vis

Slide 9 - Quiz

opdracht 1
e. De deelnemer aan de talentenjacht zingt zo vals als een...
A
wezel
B
glas
C
plank
D
kraai

Slide 10 - Quiz

opdracht 1
f. Volgens de dokter is mijn oma zo gezond als een...
A
garnaal
B
kreeft
C
krab
D
vis

Slide 11 - Quiz

aan de slag
maken opdracht
1,2,2,3 en 4 in NN online
11:05 camera's weer aan > afsluiten les

Slide 12 - Slide

Theorie woordenschat H3
  1. Wat doe je in een vergelijking?
  2. Wat is een vaste vergelijking?
  3. Welke vorm heeft een vaste vergelijking meestal?
  4. Is een vaste vergelijking figuurlijk of letterlijk bedoeld? 

Slide 13 - Slide

huiswerk
dinsdag 25/1

  1. maken opdr 1,2,2,3,4 H3 in NN online

Slide 14 - Slide

Vaste vergelijking
Herhalen van de vaste vergelijking p.80

herhalen vaste vergelijking
Nederlands 
Laten zien-nakijken-laten zien huiswerk opdr. 1-4 p. 80-81
Maak opdracht 5,6,7 p. 82-83
Heo ging het? 
Maak opdracht 5,6,7 p. 82-83

Slide 15 - Slide