Verslag

Schrijven 2.4 verslag (NuN)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Schrijven 2.4 verslag (NuN)

Slide 1 - Slide

Wat weet je over:
Verslaglegging/
Rapporteren

Slide 2 - Mind map

Nun 2.4 Verslag
In een verslag beschrijf je nauwkeurig wat je gezien, gedaan of besproken hebt.

Je verslag moet achteraf goed te begrijpen zijn, ook voor anderen.

Slide 3 - Slide

Voorbeelden:
Denk bijvoorbeeld aan een verslag van een sportwedstrijd, van je stage of van een gesprek tijdens je werk. 
Een verslag is zakelijk, duidelijk en volledig. 
Schrijf dus niet: ‘Ik zal het eerst even hebben over de kas waarin ik een tijdje heb gewerkt’, maar:
 ‘Twee van de vijf weken heb ik in de kas gewerkt.’

Slide 4 - Slide

Werkverslag (overdracht)
Hier noem je (meestal) alleen de punten die van belang zijn
voor de collega die het werk van je overneemt.

Dus niet telkens herhalen wat er al in staat.

Slide 5 - Slide

Een verslag
  • opbouw
  • informeren 
  • logische/chronologische volgorde
  • belangrijk/interessant of leuk om te lezen (niet alle feiten hoeven erin te staan)
  • Geef antwoord op de 5W+H vragen

Slide 6 - Slide

5W+H vragen
Wie...
Wat...
Waar...
Wanneer...
Waarom...
Hoe...

Slide 7 - Slide

Stage-verslag eerste week kinderboerderij


In de eerste week heb ik veel makkelijke klusjes gedaan zoals hokken schoonmaken en de paden vegen. Schoonmaken dat doe ik thuis ook weleens dus dat vond ik niet zo moeilijk om te doen.

Slide 8 - Slide

Op woensdag moesten de konijnen van hun ene verblijf naar het andere. Ook was er een kip uit het hok ontsnapt. Je weet wel, uit zoon ren. Samen met mijn stagebegeleider moesten we de kip gaan vangen. Da viel nie mee na tien minuten had ik echt zoiets van nou ik ben er wel klaar mee. Ik dacht die kip komt wel terug.

Slide 9 - Slide

Stage-verslag
Eigenlijk was het eigenlijk heel saai, haha. Maar nu ik me eigen meer met de dieren zelf mag bezighouden vind ik dat wel veel leuker. Ik heb nu al zin in de tweede week. Doeiii!

Slide 10 - Slide

Wat beschrijf je in een verslag?
Iets wat je ....
A
gezien/gehoord hebt
B
besproken hebt
C
gedaan hebt
D
Al het bovenstaande

Slide 11 - Quiz

In een werkoverdracht schrijf ik
A
Kort en bondig, alleen wat van belang is
B
Erg uitgebreid, zodat alles goed duidelijk is
C
Erg zakelijk, zodat de stagiair veel dingen leert
D
Extra info: De Samsung-TV was kapot

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video