This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Formules korter schrijven
hoofdstuk 9
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt formules korter schrijven.
Je kunt formules op verschillende manieren noteren.
Je weet wat termen, variabelen en gelijksoortige termen zijn.
Je kunt formules vereenvoudigen.
Slide 2 - Slide
Bij een wokrestaurant kun je voor groepen mensen een tafel reserven voor een all-you-can-eat arrangement. Je betaalt dan 18 euro per persoon. Je moet ook per tafel een vast bedrag van 10 euro betalen.
Bereken hoeveel euro het kost om met vijf personen aan één tafel te eten?
Slide 3 - Open question
Bij een wokrestaurant kun je voor groepen mensen een tafel reserven voor een all-you-can-eat arrangement. Je betaalt dan 18 euro per persoon. Je moet ook per tafel een vast bedrag van 10 euro betalen.
Stel een formule op waarmee je het bedrag in euro's kan berekenen als je het aantal personen voor één tafel weet.
Slide 4 - Open question
Formules korter schrijven
Aantal personen x 18 + 10 = bedrag in euro's
Slide 5 - Slide
Formules korter schrijven
Slide 6 - Mind map
Schrijf de formule zo kort mogelijk
20 - aantal minuten x 4 = hoogte
A
20 + 4m = h
B
20 - m x 4 = h
C
20 - 4m = h
D
20 - m4 = h
Slide 7 - Quiz
Schrijf de formule korter en op een andere manier, h = 10 + 13 x t
Slide 8 - Open question
Opdrachten maken
Maak opdracht O3 op blz. 97 en 5 & 6 op blz. 95
Slide 9 - Slide
Termen en variabelen
In formules kunnen stukjes voorkomen die bij elkaar worden opgeteld of afgetrokken. Dit noemen we termen.
r = 4p + 6 − 2p + 5q
In formules kunnen letters of woorden voorkomen waarvan de waarde kan veranderen. Dit noemen we variabelen.
r = 4p + 6 − 2p + 5q
Slide 10 - Slide
Wat zijn de variabelen in de formule m = 23 + 5k
Slide 11 - Open question
Gelijksoortige termen
In formules kunnen termen voorkomen met een zelfde variabelen. Dit noemen we gelijksoortige termen.
r = 4p + 6 − 2p + 5q
u = 5k - 10 - 4k - 12
Slide 12 - Slide
Formules vereenvoudigen
Gelijksoortige termen kun je bij elkaar optellen of aftrekken.
Op deze manier kun je een formule korter schrijven, ofwel vereenvoudigen.
r = 4p + 6 − 2p + 5q
q = 4,5r − 6,5 − 2r + 1
u = 5k − 10 − 4k − 12
Slide 13 - Slide
Formules vereenvoudigen
Gelijksoortige termen kun je bij elkaar optellen of aftrekken.
Op deze manier kun je een formule korter schrijven, ofwel vereenvoudigen.
h = 45 + 7 ×t − 32 − 8t − 3
k = 6h − 3 + 3h − h + 2k + 8
Slide 14 - Slide
Schrijf de formule zo kort mogelijk. a = 6c + 10 - 2c
Slide 15 - Open question
Schrijf de formule zo kort mogelijk. q = 4p + 7 - 5p - 2
Slide 16 - Open question
Schrijf de formule zo kort mogelijk. k = 1 + 2e - 3 - e
Slide 17 - Open question
Opdrachten maken
Maak opdracht 4, 5 & 6 van hoofdstuk 9 op blz. 95
Maak opdracht 9, 11, 13, 14 & 15 van hoofdstuk 9 op blz. 99