DISK thema 4 ETEN

Het is groen. Het is lang. Het is heel gezond. Er zit veel vocht in.

A
Boon
B
Erwt
C
Komkommer
D
Kiwi
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Het is groen. Het is lang. Het is heel gezond. Er zit veel vocht in.

A
Boon
B
Erwt
C
Komkommer
D
Kiwi

Slide 1 - Quiz

Je legt je eten erop. Meestal is het rond. Soms vierkant.
A
Een servet
B
Een bord
C
Een plank
D
Een servet

Slide 2 - Quiz

Het is groente. Het is rood. Het smaakt zoet. Je maakt er ook ketchup van.
A
Rode kool
B
Paprika
C
Rode peper
D
Tomaat

Slide 3 - Quiz

Het is fruit. Het zijn ronde bolletjes aan een tros. Ze zijn rood of groen.
A
Druiven.
B
Mais
C
Pepers
D
Olijven

Slide 4 - Quiz

Hiermee eet je.
A
Lepel
B
Bestek
C
Vork
D
Mes

Slide 5 - Quiz

In Nederland eten de mensen 3 .......................... op een dag.
A
ontbijten
B
lunches
C
maaltijden
D
keer

Slide 6 - Quiz

Vul de goede vorm in:
Ramazan .......................... wat hij gaat koken vanavond.
A
bedenkt
B
bedenkd
C
bedankt
D
bedankd

Slide 7 - Quiz

In het kookboek staan veel ..........................
A
recepten
B
vruchtensappen
C
plannen
D
ingrdiënten

Slide 8 - Quiz

Maak een zin met het werkwoord:
afvallen.

Slide 9 - Open question

Maak een zin met: snijden.

Slide 10 - Open question

Maak een zin met het woord: ongezond.

Slide 11 - Open question

Maak een zin met: opeten.

Slide 12 - Open question

Maak een zin met: opeten.

Slide 13 - Open question

Wat is niet goed in deze zin:
Hij opeet de tomaat.

Slide 14 - Open question

Wat is niet goed in deze zin:
De juf opschrijven wat ik moet doen.

Slide 15 - Open question