What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Het bijvoeglijk naamwoord - 3AH - 29/11 - c.1
Aujourd'hui
Grammaire
Lundi 29 novembre
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Aujourd'hui
Grammaire
Lundi 29 novembre
Slide 1 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Slide
Wat weten jullie nog?
Slide 3 - Slide
Allereerst: wat is een bijvoeglijk naamwoord ook al weer?
A
een woord dat activiteit aangeeft
B
een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord
C
een woord waar je een lidwoord voor kunt zetten
D
een woord dat bezit aanduidt
Slide 4 - Quiz
Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse
Slide 5 - Quiz
Noem een paar Franse bijvoeglijke naamwoorden op die je kent
Slide 6 - Mind map
De meeste bijvoeglijke naamwoorden in het Frans staan _______ het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter
Slide 7 - Quiz
1. De vorm van het bijv.nw (= herhaling)
In het Frans past het bij nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord, er zijn dus 4 vormen;
mnl enkv, vrl enkv, mnl mv, vrl mv
Slide 8 - Slide
Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?
geen verandering
(+ niks)
+ S
+ E
+ ES
mannelijke vorm
vrouwelijke vorm
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
Slide 9 - Drag question
Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?
grand
grands
grande
grandes
mannelijke vorm
vrouwelijke vorm
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
Slide 10 - Drag question
Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord.
De s
tandaard regel:
Mannelijk enkelvoud:
-
grand
Vrouwelijk enkelvoud:
+ e
grand
e
Mannelijk meervoud:
+ s
grand
s
Vrouwelijk meervoud:
+ es
grand
es
Slide 11 - Slide
Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 12 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines
Slide 13 - Quiz
Uitzondering (1)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -e?
Dan hoeft er geen extra -e bij als het vrouwelijk is!
Bijvoorbeeld
:
Le pantalon est
rouge
La jupe est
rouge
Slide 14 - Slide
Uitzondering (2)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord als op een -s?
Dan hoeft er bij het mannelijk meervoud geen extra -s bij!
Bijvoorbeeld:
Le cabriolet est
gris
Les cabriolets sont
gris
Slide 15 - Slide
2. Bijzondere vormen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op.... dan wordt de vrouwelijke vorm...
mnl vrl voorbeeld
- eux
- euse
Heureux --> heureuse
- f - ve actif --> active
- ien - ienne italien --> italienne
- on - onne bon ---> bonne
Slide 16 - Slide
De vrouwelijke (enk) vorm van jaloux
A
jaloux
B
jalouxe
C
jalouse
D
jalouses
Slide 17 - Quiz
Vrouwelijke vorm (meervoud) van délicieux
A
délicieux
B
délicieuses
C
délicieuss
D
délicieuse
Slide 18 - Quiz
Mannelijk (enkelvoud) van het woord; sportif
A
sportif
B
sportives
C
sportifs
D
sportive
Slide 19 - Quiz
3. Andere bijzondere vormen
vieux - vieille (oud)
nouveau - nouvelle (nieuw)
beau - belle (mooi)
blanc - blanche (wit)
long - longue (lang)
Slide 20 - Slide
Tekst
Normaal
Uitzondering
intéressantes
nouveau
magnifique
mauvaise
beaux
bon
petits
américan
jeune
bleu
Slide 21 - Drag question
4. Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
REGEL: Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord in het Frans.
MAAR.... er zijn een aantal die je ervoor zet.
Deze moet je uit je hoofd leren.
Slide 22 - Slide
beau(x)/bel(s) -
belle(s)
bon(s)
-
bonne(s)
joli(s) -
jolie(s)
haut(s)
- haute(s)
long(s)
- longue(s)
petit(s)
- petite(s)
jeune(s) -
jeune(s)
grand(s) -
grande(s)
gros -
grosse(s)
vieux/vieil(s)
- vieille(s)
mauvais
- mauvaise(s)
nouveau(x)
- nouvelle(s)
Deze woorden staan altijd
VOOR
het znw (plaats)
en hebben vaak ook een afwijkende
VORM
Slide 23 - Slide
(blanc) une.... page......
Slide 24 - Open question
(joli) une....actrice.......
Slide 25 - Open question
(bleu) C'est une .... voiture ....
Slide 26 - Open question
Je hebt veel herhaald en nieuw geleerd over het bijvoeglijk naamwoord. Met welk onderdeel wil je nog oefenen?
A
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
B
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
C
Beide onderdelen begrijp ik goed
Slide 27 - Quiz
Oefenen in het boek:
vwo: page 30, ex. 15, 16a-e + 17
havo: page 30, ex. 15, 16bd
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Het bijvoeglijk naamwoord - 2AH - 23/11 - c.2
May 2023
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Het bijvoeglijk naamwoord - 2AH - 3/12 - c.2
26 days ago
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
2VE Het bijvoeglijk naamwoord
March 2022
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Oefenen voor toets H1
October 2023
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
L'adjectif qualificatif
April 2021
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
3AH - Het bijvoeglijk naamwoord - 19/9 - c.1
July 2023
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H- GL 5e - chap 5 - Bron I en J
April 2021
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
L'adjectif qualificatif - A2 - periode 3
May 2021
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2