Het bijvoeglijk naamwoord - 2AH - 3/12 - c.2

BONJOUR
tout le monde!!
                   
  • PAK JE iPAD!
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BONJOUR
tout le monde!!
                   
  • PAK JE iPAD!

Slide 1 - Slide

Wat weten jullie nog?

Slide 2 - Slide

Allereerst: wat is een bijvoeglijk naamwoord ook al weer?
A
een woord dat activiteit aangeeft
B
een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord
C
een woord waar je een lidwoord voor kunt zetten
D
een woord dat bezit aanduidt

Slide 3 - Quiz

Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse

Slide 4 - Quiz

De meeste bijvoeglijke naamwoorden in het Frans staan _______ het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter

Slide 5 - Quiz

Exercice
timer
5:00
Pak je schrift.
Ga in Magister naar de les van vandaag en open de bijlage.

Maak opdracht a t/m f. Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Slide 6 - Slide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
mardi 3 décembre
1. But                                  
2. Grammaire   
3. Travail individuel                      
4. Corriger
5. Evaluation                       
But: ik kan een bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm zetten afhankelijk van het zelfstandig naamwoord.

Slide 7 - Slide


Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Slide

1. De vorm van het bijv.nw (= herhaling)
In het Frans past het bij nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord, er zijn dus 4 vormen; 
mnl enkv, vrl enkv, mnl mv, vrl mv

Slide 9 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord. 
De standaard regel: 

Mannelijk enkelvoud:                                      grand
Vrouwelijk enkelvoud:    + e                               grande
Mannelijk meervoud:      + s                               grands
Vrouwelijk meervoud:  + es                               grandes

Slide 10 - Slide

Uitzondering (1)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -e?
Dan hoeft er geen extra -e bij als het vrouwelijk is!

Bijvoorbeeld:
Le pantalon est rouge
La jupe est rouge

Slide 11 - Slide

Uitzondering (2)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord als op een -s?
Dan hoeft er bij het mannelijk meervoud geen extra -s bij!

Bijvoorbeeld:
Le cabriolet est gris
Les cabriolets sont gris

Slide 12 - Slide

Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?
geen verandering
(+ niks)
+ S
+ E
+ ES
mannelijke vorm

vrouwelijke vorm
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud

Slide 13 - Drag question

Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?
grand
grands
grande
grandes
mannelijke vorm

vrouwelijke vorm
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud

Slide 14 - Drag question

Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 15 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines

Slide 16 - Quiz

2. Bijzondere vormen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op.... dan wordt de vrouwelijke vorm...
mnl                       vrl                                voorbeeld
- eux                    - euse                         Heureux -->  heureuse
- f                          - ve                               actif --> active
- ien                     - ienne                        italien --> italienne
- on                      - onne                         bon ---> bonne

Slide 17 - Slide

De vrouwelijke (enk) vorm van jaloux
A
jaloux
B
jalouxe
C
jalouse
D
jalouses

Slide 18 - Quiz

Vrouwelijke vorm (meervoud) van délicieux
A
délicieux
B
délicieuses
C
délicieuss
D
délicieuse

Slide 19 - Quiz

Mannelijk (enkelvoud) van het woord; sportif
A
sportif
B
sportives
C
sportifs
D
sportive

Slide 20 - Quiz

3. Andere bijzondere vormen
  • vieux - vieille (oud)
  • nouveau - nouvelle (nieuw)
  • beau - belle (mooi)
  • blanc - blanche (wit)
  • long - longue (lang)

Slide 21 - Slide

Tekst
Normaal
Uitzondering
intéressantes
nouveau
magnifique
mauvaise
beaux
bon
petits
américan
jeune
bleu

Slide 22 - Drag question

4. Plaats van het bijvoeglijk naamwoord

REGEL: Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord in het Frans.

MAAR.... er zijn een aantal die je ervoor zet.
Deze moet je uit je hoofd leren.

Slide 23 - Slide

  • beau(x)/bel(s) - belle(s)
  • bon(s) - bonne(s)
  • joli(s) - jolie(s) 
  • haut(s) - haute(s)
  • long(s) - longue(s)
  • petit(s) - petite(s) 

  • jeune(s) - jeune(s)
  • grand(s) - grande(s)
  • gros - grosse(s) 
  • vieux/vieil(s) - vieille(s)
  • mauvais - mauvaise(s)
  • nouveau(x) - nouvelle(s) 
Deze woorden staan altijd VOOR het znw (plaats)
en hebben vaak ook een afwijkende VORM



Slide 24 - Slide

(blanc) une.... page......

Slide 25 - Open question

(joli) une....actrice.......

Slide 26 - Open question

(bleu) C'est une .... voiture ....

Slide 27 - Open question

Je hebt veel herhaald en nieuw geleerd over het bijvoeglijk naamwoord. Met welk onderdeel wil je nog oefenen?
A
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
B
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
C
Beide onderdelen begrijp ik goed

Slide 28 - Quiz

Travail individuel
Qoui?
(Wat) 
HAVO: Ex.16 + 17 blz. 70-72
VWO: Ex. 16 + 17 blz. 70-73
Comment?
(Hoe)
Je werkt volgens BBBB
Aide
(Hulp)
Bron D blz. 70/72
Prêt?
(Klaar?)
1. Maak opdracht 18 (havo 18ab)
2. Kijk je werk na (ga naar de LessonUp corriger (nakijken))
3. Oefen met het bijvoeglijk naamwoord op slimstampen.

Slide 29 - Slide

Evaluation
But:  
ik kan een bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm zetten afhankelijk van het zelfstandig naamwoord.

Slide 30 - Slide

(petit) une ..... fille.

Slide 31 - Open question

(actif) des garçons .... .

Slide 32 - Open question

(nouveau) la ..... robe......

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide