werkwoordspelling tt en vt

Werkwoordspelling

- tegenwoordige tijd

- verleden tijd

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling

- tegenwoordige tijd

- verleden tijd

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Quiz
Welke zin is goed geschreven?

Slide 5 - Slide

Amy ............ (tekenen, tt) graag paarden in haar boek.

Slide 6 - Open question

De fiets van Coen ....... (gaan, tt) soms kapot.

Slide 7 - Open question

De vogels ......... (vliegen, tt) naar het zuiden.

Slide 8 - Open question

Afgelopen week .......... (melden, vt) ik me bij mijn nieuwe werk.

Slide 9 - Open question

Wij ...... (lunchen) in het park.

Slide 10 - Open question

Ibrahim .........(praten, vt) in de klas met zijn buurman.

Slide 11 - Open question

Ali en Hakim .......... (bloeden, vt) beiden na de valpartij

Slide 12 - Open question