H4.4Hulp bij Zwangerschap

Een jong stel wil graag een kind. Hoe groot is de kans - bij spontaan vrijen - op een zwangerschap in een jaar?
A
5%
B
15%
C
50%
D
85%
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Een jong stel wil graag een kind. Hoe groot is de kans - bij spontaan vrijen - op een zwangerschap in een jaar?
A
5%
B
15%
C
50%
D
85%

Slide 1 - Quiz


4.4 Hulp bij zwangerschap

Begrippen:
IVF
ICSI
KI
embryo
eeneiige tweeling
twee-eiige tweeling
Siamese tweeling




Prenatale diagnostiek:
DNA-test 
- vlokkentest
- vruchtwaterpunctie
- navelstrengpunctie
- NIPT test
echoscopie

abortus
ongeslachtelijke voortplanting
kloon
weefselkweek
geslachtelijke voortplanting


Slide 2 - Slide

IVF en ICSI
Soms is er sprake van verminderde vruchtbaarheid. Dan lukt zwanger worden minder goed. 

IVF: in vitro (glas) fertilisatie 
ICSI: intra cytoplasmatische spermacel injectie


Slide 3 - Slide

In welke situatie wordt er gebruik gemaakt van IVF?
A
De man maakt te weinig spermacellen
B
De vrouw maakt niet voldoende HCG aan bij zwangerschap
C
De eileiders zijn geblokkeerd als gevolg van een eerdere chlamydia-infectie
D
De vrouw is al twee keer zwanger geweest van een tweeling

Slide 4 - Quiz

Wanneer is IVF geen optie maar is ICSI wel zinvol?

Slide 5 - Open question

Zodra een zygote ontstaat na de IVF/ICSI is de cel...
A
haploïd, n
B
haploïd, 2n
C
diploïd, n
D
diploïd, 2n

Slide 6 - Quiz

In-vitrofertilisatie (ivf)

Slide 7 - Slide

intra-cytoplasmatische sperma-injectie
 (ICSI)

Slide 8 - Slide

Bij ICSI komt een spermacelkern in een eicel door doorboring van ...
A
de celwand
B
het celmembraan
C
celwand + celmembraan
D
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

Als artsen gebruik gaan maken van ICSI, wie heeft dan een verminderde vruchtbaarheid?
A
De man
B
De vrouw
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 10 - Quiz

Twee-eiige tweeling
Eeneiige tweeling

Slide 11 - Slide

Prenatale diagnostiek
Onderzoek naar de gezondheid van het embryo /  de baby
DNA van het kind
10 weken vlokkentest
16 weken vruchtwaterpunctie
19 weken navelstrengpunctie


12 weken NIPT test (niet invasieve prenatale test)


Slide 12 - Slide

NIPT (Niet Invasieve Prenatale Test)
Bij een NIPT test wordt het DNA materiaal van de foetus niet uit de baarmoeder gehaald, maar uit het bloed van de moeder. In dit DNA wordt dan gezocht naar eventuele trisomieën.

Slide 13 - Slide

Verschil tussen de testen

Slide 14 - Slide

Vruchtwaterpunctie
Vlokkentest
Nipt-test

Slide 15 - Drag question

Klonen door embryosplitsing, 
bekijk en lees de afbeelding goed.

Slide 16 - Slide

Klonen d.m.v. embryosplitsing,
bekijk en lees de afbeelding goed.

Slide 17 - Slide

Klonen bij planten (1)
= weefselkweek

Slide 18 - Slide

Klonen bij planten (2)
Je maakt gebruikt een stukje van een plant en maakt daar weer een nieuwe plant van.
 
= Stekken

Slide 19 - Slide

Wat is GEEN vorm van klonen?
A
Embryosplitsing
B
Stekken
C
ICSI
D
Weefselkweek

Slide 20 - Quiz

Welke vorm van klonen kan je uitvoeren bij een volwassen dier?
A
Embryosplitsing
B
Celkerntransplantatie

Slide 21 - Quiz

Ongeslachtelijke voortplanting vindt plaats d.m.v. welke type celdeling?
A
mitose
B
meiose

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
Lees 4.4 door of bekijk de bronnen en dikgedrukte woorden.
Maak opdrachten van 4.4 af. 

Slide 23 - Slide