4.5 Zuid-Amerika: Politieke ontwikkelingen na 1980

4.5 Politieke ontwikkelingen na 1980
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.5 Politieke ontwikkelingen na 1980

Slide 1 - Slide

WO II - 1980: veel rechtse dictaturen 
  • Veel regimes vervangen door meer democratische regeringen.
  • Bloedige dictaturen met directe of indirecte hulp van de V.S. (gemotiveerd vanuit angst voor communisme)

Slide 2 - Slide

Jaren '80: Neoliberalisme (naar Amerikaans voorbeeld)
Kernwoorden:

  • Privatisering
  • Bezuinigen op overheidsuitgaven
  • Deregulering
  • Vrijhandel
Neoliberalisme?
Een ontwikkelingsbeleid gebaseerd op het privatiseren van staatsbedrijven, het verlagen van handelstarieven, het verkleinen/afschaffen van overheidssubsidies, het verlagen van winstbelasting en het afschaffen van regels voor het bedrijfsleven.

Slide 3 - Slide

Koloniale periode (1500-1800)
Cliëntelisme (op platteland) - 'voor wat hoort wat'.
Landarbeiders moeten loyaal zijn aan elite (rijke grootgrondbezitters).

Elite beschermt/helpt landarbeiders bij problemen.

Slide 4 - Slide

Elite aan de macht (1800-1930)
Oligarchie
De macht is in handen van een kleine groep. 
Alles is erop gericht de belangen van de elite te dienen.
Grootschalige commerciële landbouw (voor export)
Moderne steden ontstaan
Buenos Aires - Rio de Janeiro
Grote ongelijkheid ontstaat.

Zorgt later voor onvrede.

Slide 5 - Slide

Het volk aan de macht? (1930-1950)
Populisme
De leider gaat voor een sterke band met het volk en zet zich juist af tegen de elite.
Grote rol overheid
- industrialisering voor werk
- sociale programma's
- nationaliseren bedrijven
Nadelig gevolg
- Hoge staatsschuld
- Veel corruptie
- Vriendjespolitiek


Resultaat: onvrede bevolking nam weer toe

Slide 6 - Slide

Het leger aan de macht (1950-1980)
Militaire dictatuur
Protesten met geweld neergeslagen. Geen democratie en de mensenrechten werden op grote schaal geschonden.
Dictatuur gesteund door Verenigde Staten.

Waarom?
Tijd van Koude Oorlog.
Socialistisch en communistisch gedachtegoed werd groot onder de bevolking. 
V.S. wilde zo dichtbij huis dit niet hebben, waren bang dat kapitalisme onder druk kwam te staan en deze landen met de Sovjet-Unie gingen samenwerken. Dus steunen de dictatuur, zodat de landen niet communistisch werden.

Slide 7 - Slide

Na 1980:
Van top down naar bottom up
economische crisis
dictatoriale regiem onder druk
start
democrati-sering
politiek beleid
neoliberalisme

Slide 8 - Slide

Verschil
Vanaf tijd populisme werd rol overheid groter.

Nationalisering bedrijven


Na 1985
neoliberalisme

- privatisering bedrijven

- minder regels voor bedrijven

- bezuinigen voor lagere staatsschuld

Slide 9 - Slide

Gevolg van neoliberaal beleid
Toename sociale ongelijkheid.


Arme bevolking wordt ontevreden
Richten vakbonden op.

Verandering samenleving 'van onderaf' (=vanuit de bevolking zelf) 
->  bottom-up democratisering


armen armer, rijken rijker
-> bevolkingsparticipatie
Gewone burgers bemoeien zich actief met het bestuur van hun land

Slide 10 - Slide

Gevolg van neoliberaal beleid
Toename sociale ongelijkheid.


Arme bevolking wordt ontevreden
Richten vakbonden op.

Verandering samenleving 'van onderaf' (=vanuit de bevolking zelf) 
->  bottom-up democratisering


armen armer, rijken rijker
-> bevolkingsparticipatie
Gewone burgers bemoeien zich actief met het bestuur van hun land

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voordelen van neoliberalisme?

Slide 13 - Mind map

Nadelen van neoliberalisme?

Slide 14 - Mind map

Vanaf 2000: Bevolkingsparticipatie
Door het neoliberalisme nam de sociale en regionale ongelijkheid enorm toe.

Reacties van burgers leidden tot:
  • Bottom-up democratisering
  • Sociale participatie

Slide 15 - Slide

Wat? Waar? Waarom daar?

Door het neoliberalisme nam de sociale en regionale ongelijkheid enorm toe.

Reacties van burgers leidden tot:
  • Bottom-up democratisering
  • Sociale participatie

Slide 16 - Slide

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 17 - Open question

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 18 - Slide

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 19 - Open question

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 20 - Slide

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 21 - Open question

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 22 - Slide

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 23 - Open question

Maduro wint de verkiezing dec. 2020

Slide 24 - Slide

Wat? Waar? Waarom is dat raar?

Slide 25 - Open question

Let op: veel examenvragen gaan over protesten, bottom-up democratisering en good governance



Volgende slides geven achtergrondinformatie

Slide 26 - Slide

Verdieping en achtergrond
BIJ TIJDGEBREK SLA JE 5 DIA'S OVER

Slide 27 - Slide

Video: Protesten in Chili

Slide 28 - Slide

Evo Morales
Voormalig president Bolivia (2006-2019).
Eerste inheemse president.

Verkiezingen in 2019 onwettig verklaard.
In 2019 gevlucht naar Argentinië na claim door huidige regering 'aanzetten tot opruiing van eigen bevolking tijdens verkiezingen'. 
Sinds november 2020 weer terug in Bolivia na inauguratie Luis Arce (voormalige minister van Financiën onder Morales).

Slide 29 - Slide

Bolivia

Verdieping / extra: 
Documentaire
'In de naam van het volk
- Evo Morales (Bolivia)'

Kijkvraag: noteer minimaal drie
begrippen/concepten die je herkent of die
je opvallen en leg de relatie met de lesstof

Slide 30 - Slide

Bolsenaro Brazilië

Slide 31 - Slide

Opdracht
Maak een tijdlijn van een gekozen land in Z-A (in groepjes van 4 (twee per paragraaf)
Verwerk de belangrijkste kenmerken de periode die in het boek worden beschreven en gebruik alle begrippen uit de paragrafen!




Slide 32 - Slide

Afsluiting: terug naar leerdoelen
  • Je weet hoe de meeste Zuid-Amerikaanse landen zich in de postkoloniale periode hebben ontwikkeld tot meer stabiele democratische landen.
  • Je kunt uitleggen waarom het neoliberalisme tot bottom-up democratisering en sociale participatie leidde
  • Je kunt uitleggen hoe de koloniale tijd heeft gezorgd voor de huidige etnische en economische tegenstellingen

Slide 33 - Slide

Drie dingen die ik deze les heb geleerd

Slide 34 - Open question

Twee dingen die ik interessant vond deze les

Slide 35 - Open question

Één vraag die ik nog altijd heb over de stof / de les

Slide 36 - Open question