hst 5 paragraaf 2 "ruiken en proeven"

hst 5.2 "ruiken en proeven"
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hst 5.2 "ruiken en proeven"

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van het reukzintuig en het smaakzintuig in een model herkennen en benoemen.
  • Je kunt verwoorden wat de taak van het neusslijmvlies is.
  • Je kunt verwoorden hoe je geuren en smaken waarneemt. (de weg van prikkel tot impuls)
  • Je kunt benoemen wat de smaak umami betekent.
  • Je kunt uitleggen hoe het mogelijk is toch meer dan 5 smaken te kunnen proeven, terwijl er maar zintuigen voor 5 verschillende smaken in de smaakpappillen zitten.
  • Je kunt verwoorden hoe het komt dat je iets wel of niet lekker vindt.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Huiswerk controle

Stukje herhaling van vorig paragraaf
Hoe ruik je
Hoe proef je
afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke zintuigen heb je?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Welk zintuig zit NIET in de huid
A
koude-zintuigen
B
warmte-zintuigen
C
honger-zintuigen
D
pijn-zintuigen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerkopgave 2

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opgave 4

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opgave 5

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opgave 6

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Uitleg over de stof. blz 15 
zorg ervoor dat je je lesmateriaal open hebt op paragraaf 5.2. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ik durf de slakken te proeven.... mmmm lekker!
A
Ja
B
Nee
C
Geef je me 10 euro ervoor?

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ruik je?
  • Geurstoffen
  • Neusholte
  • Neusslijmvlies
  • Reukzintuig 

Slide 14 - Slide

Ruiken doe je met het reukzintuig in je neus. In bron 1 zie je het reukzintuig boven in de neusholte liggen. Het reukzintuig is een deel van het neusslijmvlies. Het neusslijmvlies houdt de neusholte vochtig. Met de lucht die je inademt, komen geurstoffen bij het reukzintuig. Het reukzintuig stuurt dan via de reukzenuw berichten naar je hersenen. Die geven aan welke geur het is.

Ruiken is belangrijk. Je kunt bijvoorbeeld ruiken of eten bedorven is. Je neus waarschuwt je ook voor gevaarlijke stoffen, zoals aardgas.

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Filmpje
Let goed op want na het filmpje komen er een paar vragen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Waar kan geur ook voor zorgen?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Welke 5 smaken kun je proeven...

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Waardoor proef je je eten?
Smaakpapillen
Smaakzintuigen
Smaakstoffen
Proeven

Slide 20 - Slide

Op je tong liggen smaakpapillen. Hierin vind je de smaakzintuigen Als je eet komen er smaakstoffen in je mondholte. Hier reageren je smaakzintuigen op en die sturen dan een berichtje naar je hersenen. Als de hersenen het hebben verwerkt kun je het proeven. Je kan 5 smaken proeven, zoet, zout, zuur bitter en Umami. Umami is een hartige stof. Dan 5 smaken dat komt omdat je reukzintuig samen werkt met je smaakzintuig, zo verschilt hagelslag van suiker terwijl ze allebei zoet smaken. 

Als je iets eet kun je veel meer proeven dan 

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Opdrachten op blz 19 
Maak nu eerst opdracht 11 de ja/nee vragen en vul in op blz 19, 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Ja is ingevuld bij de nummers
A
1,2,3,4,5
B
6,7,8,9,10,11
C
2,5,6,7,9,11
D
1,3,4,8,10

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Opgave 12 bladzijde 19 Het pijltje wijst naar
A
een smaakknopje
B
een zenuw
C
een groef

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Opgave 13 bladzijde 19
Omdat hij verkouden is:
A
Zitten zijn oren dicht hoort niet dat de broodrooster klaar is
B
Heeft hij waterige ogen en ziet hij de zwarte rook niet die uit de broodrooster komt
C
Zit zijn neus verstopt en kunnen de geuren niet goed bij zijn zintuigcellen komen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk donderdag 4 februari
Leren paragraaf 5.1 
Maken digitaal: paragraaf 5.2 ook testjezelf!!!!!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions