H4.4_Werkloosheid

H4.4_Werkloosheid
1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4.4_Werkloosheid

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat de nadelen van werkloosheid zijn en kunt vertellen wat de overheid tegen werkloosheid kan doen.
  • Je kent 5 verschillende soorten werkloosheid

Slide 2 - Slide

Wat zijn de nadelen van werkloos zijn?
  • Mensen verliezen inkomen & sociale contacten (individueel probleem)
  • Bij een hoge werkloosheid worden mensen onzeker en geven ze minder geld uit. Dit is slecht voor de economie (landelijk probleem)
  • Het kost de samenleving veel geld. Er moeten uitkeringen betaalt worden en dit verhoogt de belasting en premies. (landelijk probleem)

Slide 3 - Slide

 5 soorten werkloosheid:
  • Structurele werkloosheid
  • Conjuncturele werkloosheid
  • Frictiewerkloosheid
  • Seizoenswerkloosheid
  • Regionale werkloosheid





Slide 4 - Slide

Conjuncturele werkloosheid
  • Werkloosheid wat ontstaat doordat het tijdelijk wat minder goed gaat met de economie.
  • Banen verdwijnen doordat het tijdelijk slechter gaat met de economie.
  • Wanneer het weer beter gaat met de economie komen er weer banen terug en verdwijnt conjuncturele werkloosheid

Slide 5 - Slide

Structurele werkloosheid
  • We spreken van structurele werkloosheid wanneer de baan:
  • Verdwijnt, doordat een machine de taken van jouw baan over heeft genomen
  • Verdwijnt, doordat je werk naar het buitenland is verplaats. (de productie van bijvoorbeeld goederen in lage loonlanden)
  • Verdwijnt, doordat je werkt voor een bedrijf die verouderde producten aanbied en failliet gaat
  • Je werkloos bent, doordat je werk zoekt en kan, dat niet meer gevraagd word in je land
  • Dus alle werkloosheid die bijna permanent is en het is lastig om uit deze vorm van werkloosheid te komen

Slide 6 - Slide

Is er in Nederland op dit moment veel conjuncturele werkloosheid? Vul in ja of nee.

Slide 7 - Open question

Frictiewerkloosheid
  • De tijd dat je werkloos bent, doordat je van baan verandert of net van school af bent een aan het solliciteren
  • Je bent een korte tijd werkloos. Zou je langdurig werkloos zijn dan word het een andere vorm van werkloos.

Slide 8 - Slide

Seizoenwerkloosheid
  • Je bent werkloos doordat het beroep wat je uitoefent in bepaalde seizoenen niet uitvoerbaar is
  • Zoals:
  • De horeca (in de maanden januari/februari)
  • Ski instructeur in de zomer

Slide 9 - Slide

Regionale werkloosheid
  • Werkloosheid doordat er in een bepaalt gebied niet veel werk is. Voorbeeld hiervan is Groningen.

Slide 10 - Slide

Willem is werkloos omdat een machine hem heeft vervangen.
Van welke werkloosheid is er sprake?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 11 - Quiz

De overheid kan mensen meer laten werken door:
  • Het verschil tussen minimumloon en uitkeringen groter te maken (dit verschil is nu soms heel klein).
  • Mensen te helpen met het zoeken naar baan.
  • Opleiding zo goedkoop mogelijk aanbieden.
  • Zoveel mogelijk werk creëren in hun land.

Slide 12 - Slide

Er komt meer werk in een land door het volgende stappenplan:
  • Bedrijven groeien, doordat ze meer producten verkopen.
  • Een bedrijft heeft hierdoor meer personeel nodig, om de producten te maken/verkopen.
  • Het inkomen van mensen stijgt, doordat ze werk krijgen.
  • Doordat het inkomen stijgt, gaan mensen meer spullen kopen.
  • Hierdoor gaan bedrijven meer producten verkopen en groeien ze opnieuw verder.
  • En dan begint dit proces opnieuw.
  • De overheid kan dit proces opstarten door de belastingdruk te verlagen of geld uit te geven aan bijvoorbeeld nieuwe wegen.
  • Een nadeel is wel dat de overheid dat geld ergens vandaan moet halen om de belastingdruk te verlagen of om extra geld uit te geven. Dit doet de overheid door geld bij te lenen.

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
TL: 2, 3, 5, 6, 7, 10, 11 & 12 van H4.4

KB: 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9 & 11 van H4.4 

Slide 14 - Slide