Onderwijs ontwerpen vakdidactiek hoofdfase A week 3.1

formatieve check
receptieve vaardigheden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
VakdidactiekHBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

formatieve check
receptieve vaardigheden

Slide 1 - Slide

Welke vaardigheden bedoelen we met receptieve vaardigheden ?

Slide 2 - Mind map

De fases van Neuner. Verbind de beschrijvingen met de juiste fases
A
B
C
D
Aanbieden/receptief
Aanleren/reproductie
toepassen/geleide productie
Transfer/vrije productie

Slide 3 - Drag question

Bij welke fase van Neuner hoort deze afbeelding?
A
A
B
b
C
c
D
d

Slide 4 - Quiz

Bij welke fase van Neuner hoort deze oefening?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 5 - Quiz

Bij welke fase van Neuner hoort deze oefening?

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quiz

Bij welke fase van Neuner hoort deze oefening?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 7 - Quiz

Wat is het nut van de fases van Neuner?

Slide 8 - Open question

Leesvaardigheid. Verbind de beschrijvingen met de termen
wat voor tekstsoort is het?
waar gaat de tekst over?
lezer zoekt hobby's in een tekst
de tekst van A tot Z lezen
selectief lezen
globaal lezen
oriënterend lezen
gedetailleerd lezen

Slide 9 - Drag question

Begin bij lezen nooit met het behandelen van onbekende woorden, maar bij luisteren juist wél.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Stel voorafgaand aan het lezen altijd stuurvragen gericht op strategie. Deze helpen de leerlingen toegang tot een tekst te krijgen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Zorg ervoor dat leerlingen de plaatjes, koppen, (onder)titel(s) bij de tekst zo efficiënt mogelijk gebruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Laat leerlingen de tekst altijd van boven naar beneden in zijn geheel doorlezen
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Vraag nooit om detailbegrip voordat de grote lijnen door de leerlingen begrepen zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Laat leerlingen direct een (online) woordenboek gebruiken bij het lezen van een tekst, zodat ze een tekst gauw begrijpen
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Laat doorlezen. Sta niet stil bij (laagfrequente) onbekende woorden die niet belangrijk zijn voor het begrip van de tekst
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Train het lezen van een tekst in meerdere leesrondes

A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Geef zo veel mogelijk leesoefeningen waarbij leerlingen antwoorden moeten invullen op controlevragen over de inhoud van de tekst
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Bij lezen is het belangrijk om als docent zoveel mogelijk strategievragen te stellen. Gaat het hier om een strategievraag of om een controlevraag?

"Lijkt het woord op een woord uit een andere taal?"
A
strategievraag
B
controlevraag

Slide 19 - Quiz

Bij lezen is het belangrijk om als docent zoveel mogelijk strategievragen te stellen. Gaat het hier om een strategievraag of om een controlevraag?

"Hoe laat staat Jorg 's ochtends op?"
A
strategievraag
B
controlevraag

Slide 20 - Quiz

Bij lezen is het belangrijk om als docent zoveel mogelijk strategievragen te stellen. Gaat het hier om een strategievraag of om een controlevraag?

"Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?"
A
strategievraag
B
controlevraag

Slide 21 - Quiz

Bij lezen is het belangrijk om als docent zoveel mogelijk strategievragen te stellen. Gaat het hier om een strategievraag of om een controlevraag?

"Omcirkel in de tekst de woorden die je kent"
A
strategievraag
B
controlevraag

Slide 22 - Quiz

Luistervaardigheid. Verbind de termen met de juiste beschrijvingen
Globaal luisteren
selectief luisteren
gedetailleerd luisteren
extensief luisteren
versta-
vaardigheid
Wie-wat-waarvraag
hoeveel jaar is Marie?
omcirkel de zinnen die je hoort
leerlingen naar een film met ondertiteling laten kijken
luister naar het fragment en noteer na afloop welke tennisser gewonnen heeft

Slide 23 - Drag question

Match de ingrediënten van een goede luisterles volgens de opbouw vooraf, tijdens en na afloop van het luisteren
voor
tijdens
na
Onderwerp aangeven en voorkennis activeren
Lengte van het luisterfragment aangeven
Titel en belangrijkste woorden bespreken
Tekstsoort/soort luisterfragment vaststellen
Talige hulpmiddelen (woordveld, uitdrukkingen) aanbieden
Voorspellingen doen
Meerdere luisterrondes: eén ronde is examineren, twee rondes is trainen
Vraag stellen voordat lln gaan luisteren en/of kijken naar het betreffende stukje waar het antwoord in voorkomt
Wie-wat-waar-wanneer-vragen laten beantwoorden
Pauze na ieder antwoord
Leerlingen laten controleren of hun voorspelling klopt
Nieuwe receptieve kennis hergebruiken voor productief gebruik

Slide 24 - Drag question

Balans opmaken: Noteer voor jezelf
  • De onderwerpen die je beheerst
  • De onderwerpen die je nog moet bestuderen
  • Noteer in welke hoofdstukken van "MVT in de onderbouw" je de informatie kunt vinden

Slide 25 - Slide

Welke vragen wil je de volgende keer beantwoordt hebben?

Slide 26 - Open question