Beeldspraak en stijlfiguren

Wat is figuurlijk taalgebruik?
A
een rebus
B
taal uit het Stenen Tijdperk
C
een strip
D
niet letterlijk taalgebruik
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is figuurlijk taalgebruik?
A
een rebus
B
taal uit het Stenen Tijdperk
C
een strip
D
niet letterlijk taalgebruik

Slide 1 - Quiz

Welke vormen van figuurlijk taalgebruik ken je?

Slide 2 - Mind map

Wanneer gebruikte je zelf voor het laatst figuurlijk taalgebruik + wat zei je dan?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
- je weet wat beeldspraak en stijlfiguren zijn
- je kunt verschillende vormen van beeldspraak/stijlfiguren benoemen en herkennen
-je kent de termen: vergelijking, metafoor, parabool, hyperbool, ironie en sarcasme

Slide 4 - Slide

Beeldspraak
Gebruik je om de teksten levendiger te maken. 
Vergelijking -> vergelijking werkelijkheid met een beeld. Vaak zijn deze delen verbonden met woorden als; als, alsof, dan
Metafoor -> lijkt op een vergelijking, alleen wordt de werkelijkheid niet genoemd (dus alleen het beeld).

Vb Wat een zwijnenstal is het in jouw kamer.

Slide 5 - Slide

Stijlfiguren
Gebruik je in je teksten om een bepaald effect op de lezer te bereiken:
Parabool -> milder dan de realiteit
Hyperbool -> heftiger dan de realiteit
Ironie -> milde spot
Sarcasme -> heftige spot

Slide 6 - Slide

Jouw kamer is als een paleisje!
Parabool -> milder dan de realiteit
Hyperbool -> heftiger dan de realiteit
Ironie -> milde spot
Sarcasme -> heftige spot
A
vergelijking
B
metafoor
C
ironie
D
hyperbool

Slide 7 - Quiz

Wat is het een zwijnenstal in jouw kamer!
A
sarcasme
B
vergelijking
C
hyperbool
D
metafoor

Slide 8 - Quiz

(als het regent ) 'Wat een heerlijk weertje buiten!'
A
metafoor
B
sarcasme
C
ironie
D
hyperbool

Slide 9 - Quiz

Naar Parijs op de fiets, ach dat is een kippeneindje!
A
hyperbool
B
parabool
C
vergelijking
D
sarcasme

Slide 10 - Quiz

Wel ja, ga vooral door met niets doen, da ga je het zéker halen!
A
sarcasme
B
ironie
C
hyperbool
D
metafoor

Slide 11 - Quiz

Waarom zou een columnist gebruik maken van beeldspraak en stijlfiguren?

Slide 12 - Open question

Waarom zou jij gebruik maken van beeldspraak/stijlfiguren?

Slide 13 - Open question

Je gaat binnenkort een 'Echt gebeurd' schrijven. Welke vorm van beeldspraak/stijfiguren denk je daarbij te gebruiken?
Vergelijking
Metafoor
Parabool
Hyperbool
Ironie
Sarcasme

Slide 14 - Poll