2.3 Koopkracht (VWO 3)

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

2.3 Koopkracht 

LV3e

Planning

- Terugblik paragaaf 1.4
- Paragaaf 2.3

- Aan de slag! 

- Terugblik en afsluiting 

Staafdiagram

- Waar geven jongens meer geld aan uit dan meisjes?

Ik krijg 200 euro kleedgeld per maand. Hoeveel krijg ik dan per week?

V3e had 25 leerlingen in de klas. Nu zitten er 30 leerlingen in deze groep. Met hoeveel procent is het aantal leerlingen in V3e gestegen?

Bij Pluto kost een scherm 399 euro. Bij Slank kost hetzelfde scherm 380 euro. Hoeveel procent is het scherm bij Slank goedkoper dan bij Pluto?

Je beltegoed is 5 euro. Bellen kost 0,05 cent per minuut. Sms'en kost 0,02 cent per bericht. Wat is de formule die bij deze budgetlijn hoort?

Als je een uurtje aan het bellen bent, hoeveel sms'jes kun je dan nog sturen? Gebruik de formule uit de vorige dia.

Huiswerk bespreken! 

• ga aan de slag met de opdrachten van 1.4:
• 1 horend bij leerdoel 1!
• 3 en 4 horend bij leerdoel 2!
• 5 horend bij leerdoel 3!
• 6 horend bij leerdoel 4!

Heb je vragen of ben je eerder klaar? Steek je vinger op. 

Leerdoelen paragaaf 2.3 

-  De soorten inflatie uitleggen en onderscheiden

- Invloed van inflatie op de koopkracht beschrijven

- Rekenen met indexcijfers

- De koopkracht, inkomens en prijzen berekenen met indexcijfers

Hoe merken jullie dat prijzen stijgen van goederen en diensten die jullie willen kopen?

Inflatie

- Gemiddelde prijsstijging van producten en diensten

- Kosteninflatie 

- bestedingsinflatie 

- CBS (site bekijken)

- Inflatiecijfer geeft prijzen weer ten opzichte van jaar eerder

Inflatie en effect op koopkracht 

- Koopkracht (Hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen)

- Inkomen en prijzen

- Koopkrachtontwikkeling 

- Leeftijd en behoefte 

Wat gebeurt er met je koopkracht als de prijzen harder stijgen als je inkomen?

Het gemiddelde prijspeil is in 2014 €20,11 euro. Dit is tevens het basisjaar. In 2016 is het gemiddelde prijspeil €23,06 euro. Wat is het prijsindexcijfer in 2016?

Wat gebeurt er met onze koopkracht?

- Nominaal inkomen = Geldbedrag dat je krijg.  (Nominaal indexcijfer)

- Inflatie = Algemene stijging van de prijzen.       (Prijs indexcijfer)

- Reële inkomen = Koopkracht, wat laat zien hoeveel je nominaal kunt kopen gecorrigeerd door de inflatie.                                     (Reële indexcijfer)

Het nominale inkomen stijgt in 2022 met 1,9%. De inflatie is in dat jaar 0,3%. Wat is het reële inkomen?

Huiswerk maken! 

• ga aan de slag met de opdrachten van 2.3:
• 21 en 23 horend bij leerdoel 1!
• 25 en 26 horend bij leerdoel 2!
• 28 en 29 horend bij leerdoel 3!
• 30,31 en 32 horend bij leerdoel 4!

Heb je vragen of ben je eerder klaar? Steek je vinger op. 

Herhaling H1: 'Bekijk alle leerdoelen uit paragaaf 1.1 T/M paragaaf 1.4'. Met welke doelen heb je de meeste moeite? Schrijf dit even op een briefje en vouw het dicht. Vervolgens krijgen jullie op basis hiervan een individuele vervolg opdracht. (Optioneel)

Leerdoelen paragaaf 2.3 

-  De soorten inflatie uitleggen en onderscheiden

- Invloed van inflatie op de koopkracht beschrijven

- Rekenen met indexcijfers

- De koopkracht, inkomens en prijzen berekenen met indexcijfers

Terugblik en afsluiting

• Terugblik paragaaf 1.4
• Paragaaf 2.3
• Volgende les! 
• Vragen? Opmerkingen?