3e Week 5, les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour et 

bienvenue!

Semaine 5, cours 2

Départ

1. Parler de sa famille/amis + goformative
   
2. Après ce cours tu sais: 
   

• parler de ta famille
• parler de ton week-end dernier

AUJOURD'HUI:

1. Mon week-end (jeu)
2. le passé composé 
3. Goformative Lire (HW)
4. Préparer une présentation
5. Au travail  - Présentations

Hoe maak je de passé composé?

1. avoir + voltooid deelw.
2. être + voltooid deelw.
3. avoir of être + voltooid deelw.
4. avoir en être + voltooid deelw.

Ik ben gegaan

1. je suis allé
2. j'ai allé
3. je vais allé
4. je fais allé

wij hebben gegeten

1. nous avons mangé
2. on a mangé
3. nous sommes mangé
4. on est mangé

wij zijn geweest

1. Nous sommes été
2. Nous avons été
3. Vous êtes été
4. Vous avez été

Vergeet de uitzonderingen niet!

etre = j'ai été (ik ben geweest)

faire = j'ai fait ( ik heb gedaan/gemaakt)

avoir = j'ai eu (ik heb gehad)

Hoe zeg je:
"Afgelopen weekend heb ik pizza gegeten. "

Praten over je weekend

• Vertel over meerdere dagen
• wanneer, waar, wat, wie, ...
• In de p.c. voor de acties
  --> J'ai mangé 
• In de imp hoe het was
  --> c'était bon

Hebben	Avoir
Zijn	Être
Gaan	Aller
Maken / doen	Faire
Praten	Parler
Verliezen	Perdre

allé(e)(s)

été

parlé

perdu

eu

Fait

Praten over je weekend

Traduis les phrases en français :

1. Afgelopen zaterdag, rond 12 uur ‘s middags, ben ik naar mijn grootouders gegaan.

2. We hebben een taart gemaakt en het was geweldig.

www.verbuga.eu

00:10

Wat doet Alice 's ochtends

1. tv kijken,met haar zus , broodje
2. radio luisteren, met broer, eitje
3. tekenfilm, met broertje, ontbijtgranen
4. boek lezen, alleen, koffie

00:20

Wat doet ze daarna (tijd, actie, wie)

00:33

Wat zijn 'tâches ménagères'?

00:51

Hoe laat gaat ze naar haar grootouders?

1. 5 uur 's middags
2. half 6 's avonds
3. 7 uur 's avonds
4. half 8 's avonds

01:06

Noem één ding dat ze bij haar grootouders doet

Devoirs

0. Opdracht en vorige goformative inleveren

1. Goformative 'Week-end dernier'

2. Presentatie over afgelopen weekend

Presque la fin du cours!

1. Hoe zeg je: De les/het was leuk!

2. Hoe zeg je: ik heb mijn huiswerk gemaakt.

3. Qu'est-ce que tu as appris?

4. Qu'est-ce que tu ne comprends pas encore?

...MAINTENANT LES PRÉSENTATIONS

Présentations

• Les 5 suivants restent dans le cours pour se présenter….. 
• Sujet: 3…..je parle de famille/amis
• Raconte le plus possible par mémoire à propos les gens près de toi
• Les autres: écoutes! Et raconte se que tu as entendu. Donnes un tip et un top.