Les 5 De spieren G3BON

Les 5 spieren
Vandaag : 
• De spieren
• Skeletspieren
• Gladde spieren
• Hartspieren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 5 spieren
Vandaag : 
• De spieren
• Skeletspieren
• Gladde spieren
• Hartspieren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat heb je onthouden van de lessen over botten/ gewrichten?
Schrijf op: diagnostische toets skelet 25-3-2024

Slide 3 - Slide

Spieren
Spieren voeren bewegingen uit en zorgen voor de houding van het lichaam.
Een spier (musculus, afgekort m.) zit via zijn pezen vast aan twee botten. 
Door samen te trekken (contractie) ontstaat een beweging in het gewricht tussen de twee botten.

Slide 4 - Slide

Eigenschappen spiercellen
  • Ze kunnen reageren op elektrische prikkels. De prikkel komt bij de spier via een zenuw.
  • Ze kunnen zich verkorten door samen te trekken (contractie).
  • Ze kunnen uitgerekt worden.
  • Na samentrekken of rekken kunnen ze weer hun rustlengte aannemen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Soorten Spieren 
  1. Skelet spieren 
  2. Gladde spieren 
  3. Hartspieren 

Slide 7 - Slide

Een skeletspier wordt gebruikt voor onwillekeurige gecontroleerde bewegingen van botten ten opzichte van elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

De skeletspieren zijn lange onvertakte dwarsgestreepte vezels en liggen in bundels bij elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Gladde spieren zijn niet- wilsgebonden spieren .
Wat betekent dat ?

Slide 10 - Open question

Kun je voorbeelden noemen van glad spierweefsel ?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Skeletspieren
  • Spieren van het bewegingsapparaat.
  • Willekeurige, gecontroleerde bewegingen van botten ten opzichte van elkaar.
  • Willekeurig= bewuste beweging.
  • Lange, dwarsgestreepte vezels, in bundels.
  • Bijvoorbeeld: lopen, schrijven, tillen. 

Slide 13 - Slide

Gladde spieren
  • Functioneren niet wilsgebonden (onwillekeurig)
  • Wanden van inwendige organen.
  • Samentrekking; transport substanties.
  • Bijvoorbeeld: wanden van bloedvaten, luchtwegen en het spijsverteringskanaal.

Slide 14 - Slide

Hartspieren
  • Komen voor in het hart en aangrenzende delen van de grote bloedvaten. 
  • Dwarsgestreept.
  • Vormen een geheel; myocard.
  • Niet wilsgebonden.
  • Pompt bloed door het hart.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

In de volgende dia staat een filmpje met info over de spieren en hoe de spieren werken
Na afloop de vraag of je de werking van spieren in eigen woorden kan uitleggen ?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Leg uit in eigen woorden hoe de spieren werken

Slide 19 - Open question

Spiervezels zijn opgebouwd uit myofibrillen 
- specialiseerde structuren 

- opgebouwd uit eiwitketens = myofilamenten ( Actine en Myosine) 

- afhankelijk van de hoeveelheid spierkracht bevat het spiervezel weinig of veel myofibrillen 

- Contractiliteit = de mate van samentrekbaarheid 

- Liggen parallel aan elkaar in lengterichting spier

- Samenwerking Actine en Myosine maakt samentrekking spier mogelijk
- Sarcomeren = kleinste eenheid van de spier 

Slide 20 - Slide

Hoe komt een beweging tot stand ? 
1) Impuls vanuit grote hersenen
2) Via zenuwuitloper naar ruggenmerg
3) Overdracht naar motorische zenuwcel 
4) Naar motorische eindplaat in de spier
5) Overgang naar zenuwuitloper naar de spiervezels 
6) beweging 

Slide 21 - Slide

Hoe heet dit verschijnsel ?
A
Spieratrofie
B
Spierextremie
C
Hypertrofie
D
Spierantagonie

Slide 22 - Quiz

spieratrofie 

Slide 23 - Slide

Opdracht
Verder werken aan learnbeat, canvas. 

Slide 24 - Slide