This lesson contains 78 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
VH1B
Herzlich willkommen!
Slide 1 - Slide
Heute
Anwesenheit
Vorstellrunde
Steckbrief
Slide 2 - Slide
Anwesenheit
Tür zu = zu spät
Slide 3 - Slide
Wie läuft es ab im Unterricht?
Du brauchst kein Buch für Deutsch. Du hast auch kein Buch bekommen.
Aber...
ein Laptop;
ein Heft;
ein Schnellhefter für Arbeitsblätter.
Bastelsachen: Schere, Kleber, Buntstifte...
Slide 4 - Slide
Wie läuft es ab im Unterricht?
Falls du deine Sachen nicht dabei hast, und du im Unterricht nichts machen kannst, musst du die Stunde leider nachholen. (also nabijven). Hausaufgaben nicht komplett? Eine Stunde zurückkommen.
Slide 5 - Slide
Sitzplan
Plattegrond
Bitte immer so stizen, vielleicht lerne ich dann irgendwann eure Namen.
Slide 6 - Slide
Vorstellrunde
Mein Name ist...
Ich bin ... Jahre alt
elf
zwölf (tswulf)
dreizehn (dreitseen)
Slide 7 - Slide
Steckbrief
Schreibe so viel wie möglich auf.
Benutze ein Wörterbuch, wenn nötig.
Schreibe Wörter immer auf, wenn die sie nachgeschlagen hast, dann merkst du sie besser!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Heute
Erzähle was über dich
Wörterliste
Erzähle was über deine Familie
Ausaufgabe
Slide 10 - Slide
Steckbrief
Was ist deine Lieblingsfarbe?
Meine Lieblingsfarbe ist....
Was ist dein Lieblingsbuch?
Mein Lieblingsbuch ist...
Slide 11 - Slide
Deutsch
Mein Name ist...
Ich heiße...
Wie heißt du?
Ich bin ... Jahre alt
Wie alt bist du?
Ich wohne in ...
Wo wohnst du?
Schön dich kennenzulernen!
Niederländisch
Mijn naam is...
Ik heet...
Hoe heet jij?
Ik ben ... jaar oud.
Hoe oud ben jij?
Ik woon in...
Waar woon jij?
Leuk je te leren kennen!
Slide 12 - Slide
Deutsch
eins
zwei
drei
vier
fünf
sechs
sieben
acht
neun
zehn
Niederländisch
een
twee
drie
vier
vijf
zes
zeven
acht
negen
tien
Slide 13 - Slide
Deutsch
elf
zwölf
dreizehn
vierzehn
fünfzehn
sechzehn
siebzehn
achtzehn
neunzehn
zwanzig
Niederländisch
elf
twaalf
dertien
veertien
vijftien
zestien
zeventien
achttien
negentien
twintig
Slide 14 - Slide
study go app
In der App werde ich die Wörter auflisten und mit euch teilen.
Slide 15 - Slide
Die Familie
Wir reden jetzt über die Familie.
Rede mit deinem Nachbar/deiner Nachbarin über deine Familie.
Ich wohne mit meinen Eltern/Vater/Mutter/Großeltern/Erzieher.
Ich habe keine Geschwister (broers en zussen)
Ich habe ... Schwester/Schwestern
Ich habe ... Bruder/Brüder
Slide 16 - Slide
Die Familie
Arbeitsblatt: die erste Aufgaben machen wir zusammen.
Das Arbeitsblatt ist deine Hausaufgabe
Die Wörterliste lernen ist auch eine Hausaufgabe.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Heute
Anwesenheit
Kleiner Test
Hausaufgaben besprechen
Zahlen und Farben
Slide 19 - Slide
Anwesenheit
Slide 20 - Slide
Kleiner Test
Slide 21 - Slide
Hausaufgaben
Slide 22 - Slide
Zahlen und Farben
Slide 23 - Slide
Zahlen (übernehmen)
zwanzig
dreißig
vierzig
fünfzig
sechzig
siebzig
achtzig
neunzig
hundert
tausend
million
Slide 24 - Slide
Wie im Niederländischen.
dreiundzwanzig
drieëntwintig
hundertvier
honderdvier
In het Duits geen trema's.
Grote getallen tot aan een miljoen aan elkaar, net zoals in het Nederlands
Slide 25 - Slide
24
Slide 26 - Slide
66
Slide 27 - Slide
98
Slide 28 - Slide
33
Slide 29 - Slide
145
Slide 30 - Slide
256
Slide 31 - Slide
1546
Slide 32 - Slide
543.789
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
heute
kleiner Test
Farben
nächste Woche Test Wörterlisten
Spiel
Slide 35 - Slide
Mijn naam is...
Slide 36 - Open question
Ik ben twaalf jaar oud.
Slide 37 - Open question
Ik woon in Winterswijk. (gebruik het werkwoord wohnen)
Slide 38 - Open question
oma
Slide 39 - Open question
tante
Slide 40 - Open question
broers en zussen
Slide 41 - Open question
jij bent
Slide 42 - Open question
jullie hebben
Slide 43 - Open question
u heeft
Slide 44 - Open question
schrijf uit in het Duits: 72
Slide 45 - Open question
schrijf uit in het Duits: 25
Slide 46 - Open question
schrijf uit in het Duits: 33
Slide 47 - Open question
schrijf uit in het Duits: 33
Slide 48 - Open question
Farben
rot
blau
grün
gelb
braun
schwarz
weiß
grau
lila
orange
pink
Slide 49 - Slide
Welche farbe siehst du?
Slide 50 - Slide
rot
Slide 51 - Slide
gelb
Slide 52 - Slide
lila
Slide 53 - Slide
grün
Slide 54 - Slide
grün
Slide 55 - Slide
Slide 56 - Slide
huiswerk
leer alle drie woordenlijsten
je moet de woorden ook kunnen schrijven in het Duits
Slide 57 - Slide
Slide 58 - Slide
heute
Noten Test
Mein Körper
Wörterliste Körper
Slide 59 - Slide
Awesensheit
Slide 60 - Slide
Noten (cijfers)
Im Allegemeinen gut gemacht! Ich werde die Noten in Magister eingeben. Wer eine extra Chance haben möchte,
Slide 61 - Slide
Slide 62 - Slide
heute
Anwesenheit
dein Traumzimmer
Slide 63 - Slide
Anwesenheit
Slide 64 - Slide
dein Traumzimmer
Je maakt een plattegrond van je 'droomslaapkamer'. Je mag erin zetten wat je wil, geld speelt geen rol. Je mag gebruik maken van de woordenlijst op StudyGo, de woorden die er niet in staan, mag je opzoeken in het woordenboek.
Schrijf de zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter. In de bijlage vind je een voorbeeld van een kamer. Dit wel heel saai, slordig en in het Nederlands, want je moet natuurlijk zelf de woorden opzoeken. Ook verwacht ik dat je je slaapkamer netjes inkleurt. Je krijgt er uiteindelijk, samen met de presentatie, een cijfer voor.
Slide 65 - Slide
Slide 66 - Slide
Mein Traumzimmer
Präsentation vorbereiten
- Mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, meervoud.
Slide 67 - Slide
Lesje Nederlands :-)
Waarom is het de kamer, het boek, de stoel, het handschrift?
In het Nederlands hebben we, net als in veel andere talen, mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.
de-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk
het-woorden zijn onzijdig
Slide 68 - Slide
Lesje Nederlands :-)
Hoe weet je of het de of het is?
de kamer,
het boek,
de stoel,
het handschrift.
Dit heb je geleerd van anderen toen je klein was.
Slide 69 - Slide
m, v, o, mv
mannelijke woorden: der
vrouwelijke woorden: die
onzijdige woorden: das
meervoud: die
Slide 70 - Slide
m, v, o, mv
Wanneer is een woord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig?
Dit is niet altijd af te leiden van de betekenis van het woord.
Mannelijke dieren, mensen: mannelijk woord.
vrouwelijke dieren, mensen: vrouwelijk woord.
tja, de rest dan? Onzijdig? NEE
Slide 71 - Slide
m, v, o, mv
die Oma
der Opa
der Hund
die Hündin
der Kater
logisch...
Slide 72 - Slide
m, v, o, mv
der Rock
die Frage
das Handy
der Schrank
der Stuhl
das Bett
Slide 73 - Slide
m, v, o, mv
Er bestaan wel trucjes om erachter te komen welk geslacht een woord heeft. Toch is het vooral leren, leren, leren.
Moeten Duitsers dit ook allemaal leren? Nee, dit hebben zij geleerd toen ze klein waren. Niet uit boeken, maar door te luisteren naar anderen. Luister jij veel naar de Duitse taal, dan is het uiteindelijk makkelijker om te bepalen m, v, o
Slide 74 - Slide
de, het, een
In het Nederlands mag je altijd een gebruiken als onbepaald lidwoord. In het Duits kan dit niet altijd. Door de regels rondom geslacht (m, v, o,) en naamvallen kan er van alles komen te staan:
ein, eine, einer, einen, einem, eines. Dit hoef je nu nog niet allemaal te leren, maar we maken een klein beginnetje.
Slide 75 - Slide
(k)ein of (k)eine?
een of geen
(k)ein gebruik je bij mannelijk en onzijdig
(k)eine bij vrouwelijk of meervoud (natuurlijk nooit eine in meervoud)
Slide 76 - Slide
(k)ein of (k)eine? of mein/meine!
Da steht .......... Lampe (v)
In der Ecke steht ............... Stuhl (m)
Am Fenster steht .................... Bett (o)
........... Pflanze (v) steht auf dem Schreibtisch.
An der Wand hängt ............... Bild (o).
Slide 77 - Slide
Präsentation
Je gaat in de aankomende lessen je Traumzimmer presenteren. Dit duurt niet lang! Je vertelt uit je hoofd vijf zinnen die gaan over je kamer. Gebruik hierbij de zinnen die in StudyGo staan.
Je krijgt een cijfer voor je plattegrond en voor je presentatie.