This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
4.2 Wat valt er te kiezen
pt. 1
Slide 1 - Slide
Inhoud:
1. Wat zijn de lesdoelen?
2. Uitleg over politieke stromingen + invullen schema
3. Afronden en bespreken wat hebben we geleerd.
4. werken :-)
Slide 2 - Slide
Lesdoelen:
1. je weet wat een politieke stroming is
2. je weet welke drie politieke stromingen het grootst zijn binnen Nederland. Je kunt hierbij (per stroming) vertellen welke waarden belangrijk zijn, welke kenmerken er zijn en welke rol de overheid aanneemt.
Begrippen: Politieke stromingen, Sociaal-democratie, Christen-democratie, Liberalisme, solidariteit.
Slide 3 - Slide
Aantekeningen maken
Alle dia's (4) met uitleg.
Te veel tekst? --> Vat het in eigen woorden samen
Slide 4 - Slide
Instructie; Politieke stromingen:
Waarom praten wij over politieke stromingen?
- Verschillende brillen
- Wat is het beste voor Nederland?
- 3 politieke stromingen in Nederland (niet meer??)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Liberalisme; Vrijheid blijheid
Doel:
- Vrijheid (persoonlijk & economisch)
- Bescherming van deze vrijheid.
Slide 7 - Slide
Liberalisme; Vrijheid blijheid
Doel:
- Vrijheid (persoonlijk & economisch)
- Bescherming van deze vrijheid.
Kenmerken:
- Vrijheid (persoonlijk & economisch)
- Grote verschillen in inkomens mogen
Slide 8 - Slide
Liberalisme; Vrijheid blijheid
Doel:
- Vrijheid (persoonlijk & economisch)
- Bescherming van deze vrijheid.
Kenmerken:
- Vrijheid (persoonlijk & economisch)
- Grote verschillen in inkomens mogen
Rol van de overheid:
- passief
- weinig wetten & regels
- Handhaving openbare orde & veiligheid
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Sociaal-democratie;
samen sta je sterk
Doel:
- Eerlijke verdeling van de welvaart.
- De zwakkeren beschermen (solidariteit)
Slide 11 - Slide
Sociaal-democratie;
samen sta je sterk
Doel:
- Eerlijke verdeling van de welvaart.
- De zwakkeren beschermen (solidariteit)
Kenmerken:
- Iedereen gelijke kansen
- Eerlijke verdeling van Kennis, Inkomen en Macht
- Opkomen voor de `zwakkeren’ in de samenleving
Slide 12 - Slide
Sociaal-democratie;
samen sta je sterk
Doel:
- Eerlijke verdeling van de welvaart.
- De zwakkeren beschermen (solidariteit)
Kenmerken:
- Iedereen gelijke kansen
- Eerlijke verdeling van Kennis, Inkomen en Macht
- Opkomen voor de `zwakkeren’ in de samenleving
Rol van de overheid:
- Actief
Slide 13 - Slide
Christen-democratie; bijbelse waarden
Doel:
naastenliefde, rentmeesterschap en geloof
Slide 14 - Slide
Christen-democratie; bijbelse waarden
Doel:
naastenliefde, rentmeesterschap en geloof
Kenmerken:
- Een samenleving waarin mensen goed voor elkaar zorgen.
- Gezin is de hoeksteen van de samenleving
- Respect voor het woord van god.
Slide 15 - Slide
Christen-democratie; bijbelse waarden
Doel:
naastenliefde, rentmeesterschap en geloof
Kenmerken:
- Een samenleving waarin mensen goed voor elkaar zorgen.
- Gezin is de hoeksteen van de samenleving
- Respect voor het woord van god.
Rol van de overheid:
- beperkt
- Burgers helpen als zij het niet zelf kunnen
Slide 16 - Slide
Toepassing; Welke politieke stroming herken je?
- Actualiteit: De horeca moet gesloten blijven. (corona tijd)
- 3 verschillende oplossingen.
Slide 17 - Slide
"Ondernemers in de horeca sector moeten meer financiele steun krijgen van de overheid!"
Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme
Slide 18 - Quiz
"De horeca moet open, anders wordt de economische schade te groot!"
Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme
Slide 19 - Quiz
"De overheid moet overleggen met de horeca over de beste oplossing"
Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme
Slide 20 - Quiz
Succes!
Slide 21 - Slide
"We moeten zoveel mogelijk testen en zorgen voor elkaar, door de maatregelen te volgen"
Welke politieke stroming wordt door deze cartoon bekritiseerd?
A
Liberalisme
B
Populisme
C
Sociaal-democratie
D
Christendemocratie
Slide 25 - Quiz
Politieke stromingen: Liberalen
A
Gelijkheid
B
Op basis van geloof
C
individuele vrijheid
D
Alles houden zoals het was
Slide 26 - Quiz
Bij wat voor een politieke stroming past dit standpunt het beste?
A
Liberalisme
B
Christen-democratie
C
Sociaal-democratie
Slide 27 - Quiz
Wat is passief kiesrecht?
A
Het recht verkozen te worden
B
Het recht te mogen stemmen
C
Geen gebruik maken van je kiesrecht
D
Blanco stemmen
Slide 28 - Quiz
Nederland is een democratie. Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert
Slide 29 - Quiz
Wat is actief kiesrecht?
A
ik ga stemmen als ik 18 ben
B
ik stel mij verkiesbaar namens de VVD
C
ik ga straks stemmen op het CDA als ik 18 ben
Slide 30 - Quiz
Athene had een (...) democratie, Nederland heeft een (...) democratie
A
Indirecte, directe
B
Directe, indirecte
Slide 31 - Quiz
Afsluiting; lesdoelen:
1. Je kunt uitleggen wat politieke stromingen zijn. 2. Je kunt de drie politieke stromingen in Nederland benoemen. 3. Je kunt de drie politieke stromingen herkennen.
Begrippen: Politieke stromingen, Sociaal-democratie, Christen-democratie, Liberalisme
Slide 32 - Slide
Plenda momentje
LEES: blz 56 t/m 58 in je tekstboek
MAAK: de opdrachten op blz 82 in je gekopieerde werkboek.