This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Waar denk je aan bij 'Water'?
Slide 2 - Mind map
Wat is geen fase van water ?
A
ijs
B
waterdamp
C
water
D
mist
Slide 3 - Quiz
als water kookt, dan komt water in de :
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasvormige fase
Slide 4 - Quiz
Hagel is water in de...
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasvormige fase
Slide 5 - Quiz
Een glaasje water. Welke fase is dit van water?
timer
0:30
A
Vloeibaar
B
Gas
C
Vast
Slide 6 - Quiz
Stoffen lossen sneller op in koud water dan in warm water.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Granietpoeder in water ...
A
zal blijven drijven
B
zal gaan zinken
Slide 8 - Quiz
Benzine in water ...
A
zal blijven drijven
B
zal gaan zinken
Slide 9 - Quiz
Vurenhout in water ...
A
zal blijven drijven
B
zal gaan zinken
Slide 10 - Quiz
Een blokje met een kleinere dichtheid dan water, zinkt in water.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Het water kookt. Je laat het water vervolgens 2 minuten doorkoken. Wat is de temperatuur van je kokende water dan?
A
minder dan 100 graden Celsius
B
precies 100 graden Celsius
C
meer dan 100 graden Celsius
Slide 12 - Quiz
Wat zijn juiste voorbeelden van stofeigenschappen. ( 2 kiezen)
A
Gewicht
B
Smeltpunt
C
Zwaartepunt
D
Kookpunt
Slide 13 - Quiz
Welke stofeigenschap is dit?
A
smeltpunt
B
volume
C
elektrische geleiding
D
kookpunt
Slide 14 - Quiz
Tim heeft water en alcohol in een bekerglas gedaan. Tim verwarmt beide bekerglazen om te bepalen welke stof in welk bekerglas zit. Voor het verwarmen waren beide stoffen vloeibaar. Van welke stofeigenschap maakt Tim hier gebruik?
A
Kleur
B
Geur
C
Smeltpunt
D
Kookpunt
Slide 15 - Quiz
Zijn smeltpunten en kookpunten stofeigenschappen?
A
Smeltpunten wel, kookpunten niet
B
Smeltpunten niet, kookpunten wel
C
Allebei niet
D
Allebei wel
Slide 16 - Quiz
Hoe noem je de hoogste temperatuur die een vloeistof kan hebben?