This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
1.1 Materialen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen voor vandaag
Je kan uitleggen aan een klasgenoot wat een stofeigenschap is.
Je kan 3 voorbeelden van stofeigenschappen benoemen.
Je kan rekenen met de dichtheid.
Je kan uitleggen wat synthetische en natuurlijke stoffen zijn.
Slide 2 - Slide
Welke fases kunnen een stof in zijn? (Het zijn er 3)
Slide 3 - Open question
Wat is de dichtheid van een stof?
Slide 4 - Open question
Wat is de faseovergang van gas naar vloeistof?
A
Condenseren
B
Verdampen
C
Rijpen
D
Smelten
Slide 5 - Quiz
Wat is de faseovergang van vast naar gas?
A
Stollen
B
Verdampen
C
Rijpen
D
Sublimeren
Slide 6 - Quiz
Natuurlijke materialen
Dit zijn stoffen die je in de natuur aantreft.
Slide 7 - Slide
Noem natuurlijke materialen die je kan bedenken
Slide 8 - Mind map
Grondstoffen
Grondstoffen zijn materialen die je nodig hebt om nieuwe stoffen en/of producten te maken. Deze stoffen moeten eerst worden bewerkt voordat je ze kan gebruiken.
Slide 9 - Slide
Noem grondstoffen die je kan bedenken
Slide 10 - Mind map
Synthetische materialen
Deze materialen worden door de mens gemaakt. Sommige synthetische stoffen lijken helemaal niet meer synthetisch. Bijvoorbeeld ijzer.
Kunststoffen, ook wel plastics genoemd, is daar ook een voorbeeld van.
Slide 11 - Slide
Noem syntethische stoffen die je kan bedenken
Slide 12 - Mind map
Zijn deze materialen natuurlijk, of synthetisch? Sleep de materialen in het juiste vlak.
Natuurlijke materialen
Synthetische materialen
Hout
Steen
Glas
Plastic
Slide 13 - Drag question
Wat is ook alweer een stofeigenschap?
Slide 14 - Open question
Stofeigenschappen
Stofeigenschappen zijn kenmerken die bij een bepaalde stof past. Denk aan de simpele kleur, smaak, geur en brandbaarheid van vorig jaar bij NaSk.
Slide 15 - Slide
Verschil tussen stofeigenschappen en materiaal eigenschappen
Stofeigenschap = bij een zuivere stof
Materiaaleigenschap = bij een niet zuivere stof
Slide 16 - Slide
Stofeigenschappen
Stofeigenschappen die we nu gaan bespreken zijn nog specifieker dan de vorige.
- Dichtheid
- Oplosbaarheid
- Hydrofiel/hydrofoob
- Smelt- en kookpunt
- Elektrisch geleidbaarheid
Slide 17 - Slide
Oplosbaarheid
Oplosbaarheid is een maat voor de hoeveelheid stof die maximaal kan worden opgelost in een oplosmiddel.
Dit is afhankelijk van de temperatuur.
A= kleine oplosbaarheid
B= grotere oplosbaarheid
C= teveel stof, meer dan oplosbaarheid
Slide 18 - Slide
Thee is warm water, lost suiker beter of slechter op in warmer water?
A
beter
B
slechter
Slide 19 - Quiz
Hydrofiel & hydrofoob
Zegt iets over hoe het reageert met water.
Hydrofiel = lost goed op in water
Hydrofoob= lost niet op in water
Fobie = bang zijn voor
'Fielie' = houden van
Slide 20 - Slide
Smelt- en kookpunt
Elke stof heeft een eigen temperatuur waarop het kookt en waarop het smelt.
Het is de temperatuur waar een stof van fase verandert.
Slide 21 - Slide
Elektrische geleiding
De geleidbaarheid geeft aan hoe goed een stof of materiaal stroom kan geleiden.
Slide 22 - Slide
Composieten
Een composiet is een materiaal dat bestaat uit verschillende materialen. Hier ook worden deze materialen gemaakt zodat ze de beste eigenschappen hebben.
Slide 23 - Slide
Dichtheid
p=vm
Dichtheid=volumemassa
Slide 24 - Slide
Dichtheid
Let goed op de eenheid!!
Vaak massa in g en volume in cm3
of
Massa in kg en volume in l
Dichtheid=volumemassa
Slide 25 - Slide
Een onbekende stof heeft een massa van 12 gram en een volume van 10 cm3.
Wat is de dichtheid van deze stof?
Slide 26 - Slide
Een stof heeft een dichtheid van 11,3 g/cm3 en een massa van 800 gram.