oefentoets veiligheid

oefentoets veiligheid
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

oefentoets veiligheid

Slide 1 - Slide

Wat is materiële beveiliging?
A
Beveiliging met hulpmiddelen zoals camera’s
B
Beveiliging van belangrijke personen.
C
Beveiliging met behulp van mensen.
D
Beveiliging met behulp van honden.

Slide 2 - Quiz

Wat is de taak van een evenementenbeveiliger?
A
Deze zorgt ervoor dat objecten zoals ziekenhuizen worden beveiligd.
B
Deze zorgt ervoor dat hij met een beveiligingsauto rondrijdt op industrieterreinen.
C
Deze zorgt ervoor dat hij service verleent en toezicht houdt tijdens, vaak grote, bijeenkomsten.
D
Deze zorgt ervoor dat hij ervoor zorgt dat hij een belangrijke persoon beveiligt.

Slide 3 - Quiz

Wat is het verschil tussen visiteren en fouilleren?
A
Visiteren is controleren van bijvoorbeeld tassen en fouilleren is doorzoeken van iemands kleding.
B
Visiteren is op bezoek gaan en fouilleren is doorzoeken van iemands kleding.
C
Visiteren is doorzoeken van iemands kleding en fouilleren is controleren van bijvoorbeeld tassen.
D
Visiteren is controleren van bijvoorbeeld tassen en fouilleren is toegangscontrole op goederen uitvoeren.

Slide 4 - Quiz

Wie zijn bevoegd om te fouilleren?
A
Vrijwilligers, politie en marechaussee, evenementenbeveiliger.
B
Iedereen is bevoegd om een ander te fouilleren.
C
Alleen de politie en de marechaussee zijn bevoegd om te fouilleren.
D
Politie en marechaussee, particulier beveiliger, evenementenbeveiliger.

Slide 5 - Quiz

Een evenementenbeveiliger voert surveillances uit en probeert daarmee ongewenste situaties te voorkomen. Hoe wordt dat genoemd?
A
Repressie
B
Preventie
C
Toegangscontrole
D
Visitatie

Slide 6 - Quiz

Een evenementenbeveiliger surveilleert ook om ervoor te zorgen dat een ontstane, ongewenste situatie stopt. Hoe wordt dat genoemd?
A
Preventie
B
Visitatie
C
Repressie
D
Toegangscontrole

Slide 7 - Quiz

Een beveiliger moet goed kunnen waarnemen en observeren. Wat wordt bedoeld met observeren?
A
Je ergens bewust van worden door te kijken.
B
Bewust gaan letten op gedragingen van mensen.
C
Beoordelen wat normaal en wat niet normaal is.
D
Surveilleren op een terrein.

Slide 8 - Quiz

Wanneer er een calamiteit plaatsvindt, moeten mensen ergens snel en veilig naar toe kunnen. Wat is een calamiteit?
A
Een gebeurtenis die altijd kan plaatsvinden.
B
Een niet verwachte gebeurtenis die ernstige schade kan veroorzaken.
C
Een voorval waarop je niet gerekend hebt maar dat geen schade veroorzaakt
D
Een voorval waarop je eigenlijk al voorbereid was.

Slide 9 - Quiz

Wat is de betekenis van het pictogram dat men vaak vanuit de verte op evenementterreinen kunt zien?
A
Groene Kruis-post.
B
Apotheek.
C
Aanduiding Zorggroep.
D
EHBO-post.

Slide 10 - Quiz

Welke hulpdienst geeft de gemeente bij een vergunningsaanvraag advies over de veiligheid van een evenement?
A
EHBO.
B
GHOR
C
De politie
D
Reddingsbrigade.

Slide 11 - Quiz

Wat is objectief waarnemen
A
waarnemen vanuit een bepaald punt
B
waarnemen zoals je collega dat doet
C
waarnemen waarbij je alleen op de feiten afgaat
D
waarnemen samen met een collega

Slide 12 - Quiz

Een risicoanalyse bestaat uit verschillende stappen. Welke volgorde is juist? 
risicofactoren
scenario's
effecten
maatregelen

Slide 13 - Drag question