Lesprogramma donderdag 7 januari Thijmen Huizer

Thuiswerk programma groep 6

Let op: kijk op alle slides!
1 / 40
next
Slide 1: Slide
MentorlesBasisschoolGroep 6

This lesson contains 40 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Thuiswerk programma groep 6

Let op: kijk op alle slides!

Slide 1 - Slide

Dagschema 7 januari 
Automatiseren: Rekenblobs 20 minuten. Kies 2 eilanden en werk aan ieder 10 minuten.
Rekenen: Instructie bekijken, som 2, 20 plusje, 30 leerdoel
Klaar? Pluspunters en KG werk. Werk 60 minuten aan je rekenwerk. 
Taal: knipselgedicht van KG.
Estafette: 13 bekijk de slides en ga aan de slag hiermee. 
Aardrijkskunde: 8.1, bekijk de slides en ga aan de slag hiermee.
Extra: bekijk de raadsels op deze slide.
Spaans: Ga verder op de app. 

Slide 2 - Slide

LET OP!
Vrijdag om 13:00 uur Teams 
Dan proosten wij (met een drankje en wat lekkers) op het nieuwe jaar!
Schrijf alvast jouw wens voor het nieuwe jaar op een blaadje.


Slide 3 - Slide

Vragen?
VRAGEN?



Let op: soms moet je even wachten op jouw beurt en krijg je niet meteen antwoord. 
Vandaag is de juf tijdens schooltijd
bereikbaar via de chat van Snappet 

Slide 4 - Slide

Rekenen

Slide 5 - Slide

les 6.6 a
We gaan vandaag lengtematen omzetten.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

instructie
Een bordliniaal is 1 meter
=
10 dm
=
100 cm
1000 mm
Ga je een maat kleiner dan doe je x10 (de komma schuift naar rechts)
Ga je een maat groter dan doe je :10 (de komma schuift naar links)


Slide 8 - Slide

voorbeelden
1 meter = ....dm
Dit is een stap omlaag, dus 1 x 10 = 10
1 meter is dus 10 dm

3 meter = ....dm
Dit is een stap omlaag, dus 3x 10 = 30
3 meter is dus 30 dm

4 meter = ...cm
Dit zijn 2 stappen omlaag, dus 4 x10 x10 = 400
4 meter is dus 400 cm

5 m = ....mm
Dit zijn 3 stappen omlaag, dus 5 x 10 x 10 x 10 = 5000
5m is dus 5000 mm

Slide 9 - Slide

voorbeelden
10 meter = ....dam
Dit is 1 stap omhoog, dus 10 : 10 = 1
10 meter is dus 1 dam

30 cm = ....dm
Dit  is 1 stap omhoog, dus 30 : 10 = 3
30 cm is dus 3 dm

4000 meter = ...km
Dit zijn 3 stappen omhoog, dus 4000 :10 : 10: 10 = 4
4000 meter is dus 4 km

5 dm = .. m
Dit is 1 stap omhoog, dus 5 : 10 = 0,5
5 dm is dus 0,5 meter

Slide 10 - Slide

Maak opdracht 2 en daarna 20 op het plusje en 30 op het cadeautje. Gebruik het schema!

Slide 11 - Slide

Estafette les 13
1. Lees de tekst op blz. 20 & 21

2. Lees en maak de opdrachten uit je werkboek. 

3. Kijk je werk na met de volgende sheet. Verbeter als dat nodig is.

Slide 12 - Slide

Nakijkblad basis les 13

Slide 13 - Slide

nakijkblad plus les 13

Slide 14 - Slide

timer
20:00
Pak een mooi boek en ga 20 minuten lezen.

Slide 15 - Slide

Beweegopdracht 

Slide 16 - Slide

Les 8.1

Slide 17 - Slide

Bekijk het filmpje door op de volgende pagina te klikken en kom dan terug naar deze les.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Bekijk en lees goed. 

Slide 20 - Slide

Schrijf het antwoord op de kijkvraag in jouw werkboek.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Lees goed!

Slide 23 - Slide

Bekijk het filmpje door op de volgende pagina te klikken en kom dan terug naar deze les.


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Maak vraag 1 in jouw werkboek.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Bekijk het filmpje door op de volgende pagina te klikken en kom dan terug naar deze les.


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Kijk opdracht 1 na. Zet een krul bij de goede antwoorden en verbeter de foute antwoorden. 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Maak opdracht 2 t/m 6 in het werkboek

Slide 32 - Slide

Heb je alles gemaakt? Kijk dan de opgaven goed na. Op de volgende pagina's zie je de juiste antwoorden. 

Zet een krul bij de goede antwoorden en verbeter de foute antwoorden. 

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Je bent klaar met aardrijkskunde voor vandaag! Hopelijk heb je iets geleerd over energie.
Lever hier een foto in van de opdrachten 2 t/m 6
(als dat niet lukt schrijf je op welke opgaven goed gemaakt waren en welke niet).

Slide 39 - Open question



  • Verzamel oude tijdschriften en folders.
  • Knip stukken tekst uit , zinnen en woorden
  • Leg uitgeknipte woorden en zinnen naast en onder elkaar.
  • Bedenk daarbij welk gevoel je wilt overbrengen.
  • Let ook op dat het er ook mooi uitziet
  • Lees je knipselregels een aantal keer hardop.
  • schuif tot je tevreden bent over je gedicht
  • Neem een vel papier en plak je knipselgedicht op.
  • Klaar is je knipselgedicht.
  • Maak een foto van je gedichtcollage
  • gebruik de foto voor je eindproduct

Slide 40 - Slide