W1 Communicatie Lesweek 14

Communicatie deel 1
W1

Lesweek 14
1 / 34
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Communicatie deel 1
W1

Lesweek 14

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je welke soorten communicatie er zijn.
  • Aan het einde van de les weet jij welke stijl van communiceren jij hebt.
  • Aan het einde van de les weet jij welke communicatieproblemen er voor kunnen komen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Herhalen vorige les
  • Theorie Communicatie
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat houdt mechanische belasting in?
A
Hoe vaak je een beweging maakt
B
Hoe zwaar je het lichaam belast
C
Hoe lang je een beweging maakt
D
Hoe je een beweging maakt

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Leg het verschil uit tussen psychische en emotionele belasting

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Bij strijken is er vooral sprake van dynamische beweging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van Domotica

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Theorie les 
Pak je aantekeningen/notities erbij

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Communicatie
Onderdeel van
B1-K1-W1: Inventariseert de ondersteuningsvragen



Slide 9 - Slide

Vraag aan het student om dit uit te leggen.
Wat is er volgens jou belangrijk bij communicatie?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het?
Communicatie = het overbrengen van informatie van de één naar de ander.

Interactie = wisselwerking of wederzijdse beïnvloeding

Slide 11 - Slide

Interactie: Soms hoor je mensen met elkaar praten die elk hun eigen verhaal vertellen. Ze reageren niet op elkaar, maar gaan verder waar ze gebleven waren, zodra de ander stopt met praten. (dan heb je geen interactie)
Waar bestaat het uit?

Slide 12 - Slide

Bij communicatie gaat het altijd om drie dingen: een zender, een ontvanger en een boodschap Een zender geeft op een bepaalde manier een boodschap (informatie) door aan een ontvanger. De ontvanger ontvangt deze boodschap.


Waar bestaat het uit?
ZENDER

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Waar bestaat het uit?
ZENDER
BOODSCHAP

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Waar bestaat het uit?
ZENDER
BOODSCHAP
ONTVANGER

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Medium
Medium = het middel waarmee gecommuniceerd wordt.

Slide 16 - Slide

Dit noemen we ook wel de informatiedrager

Communicatie kan direct plaatsvinden tussen twee mensen, maar communicatie kan ook indirect plaatsvinden. Er is dan sprake van een medium.
Voorbeelden van media zijn: tv, radio, krant, boek, tijdschrift, brochure, internet, film, brief, e-mail, sms, WhatsApp. Het lastige aan de communicatie via een medium is, dat je als zender meestal niet ziet hoe de ander je boodschap ontvangt. Het medium bevat namelijk jouw boodschap en zorgt voor de overdracht van de informatie. Je weet daardoor niet of de ander jouw bericht leest zoals je hebt bedoelt, of de ander jouw mail begrijpt, enzovoort.


Soorten communicatie
Eenzijdige communicatie = communicatie waarin reageren niet mogelijk is. De zender kan niet ontvangen en de ontvanger kan niet zenden.



Slide 17 - Slide

Eenzijdige communicatie komt vooral voor als de communicatie via een tussenweg verloopt, dus niet rechtstreeks. Bij eenzijdige communicatie kun je als ontvanger geen vragen stellen aan de zender of er met hem over praten.
Eenzijdige communicatie komt tegenwoordig nog maar weinig voor. Vroeger was er bij de radio en de tv sprake van eenzijdige communicatie, maar tegenwoordig zijn programma’s op radio en tv steeds vaker interactief. Als ontvanger (dus kijker of luisteraar) kun je reageren, vragen stellen, mails sturen, opbellen en twitteren. Denk aan tijdschriften, boeken en folders dat is wel eenzijdige communicatie
Bij tweezijdige communicatie heeft de ontvanger de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt. (denk aan een gesprek of interview)
Wanneer er meer dan twee personen bij de communicatie betrokken zijn, spreken we ook wel van meerzijdige communicatie.
Vormen van non-verbale communicatie: - Lichaamstaal - Stemgebruik
Tegenstrijdige communicatie: De ander raakt in verwarring en zal geneigd zijn af te gaan op je lichaamstaal.
Film mr bean! kampion non verbale communicatie


Soorten communicatie
Tweezijdige communicatie = communicatie waarbij de ontvanger direct kan reageren.



Slide 18 - Slide

Eenzijdige communicatie komt vooral voor als de communicatie via een tussenweg verloopt, dus niet rechtstreeks. Bij eenzijdige communicatie kun je als ontvanger geen vragen stellen aan de zender of er met hem over praten.
Eenzijdige communicatie komt tegenwoordig nog maar weinig voor. Vroeger was er bij de radio en de tv sprake van eenzijdige communicatie, maar tegenwoordig zijn programma’s op radio en tv steeds vaker interactief. Als ontvanger (dus kijker of luisteraar) kun je reageren, vragen stellen, mails sturen, opbellen en twitteren. Denk aan tijdschriften, boeken en folders dat is wel eenzijdige communicatie
Bij tweezijdige communicatie heeft de ontvanger de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt. (denk aan een gesprek of interview)
Wanneer er meer dan twee personen bij de communicatie betrokken zijn, spreken we ook wel van meerzijdige communicatie.
Vormen van non-verbale communicatie: - Lichaamstaal - Stemgebruik
Tegenstrijdige communicatie: De ander raakt in verwarring en zal geneigd zijn af te gaan op je lichaamstaal.
Film mr bean! kampion non verbale communicatie


Soorten communicatie
Verbale communicatie = communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.

Non-verbale communicatie = communicatie waarbij informatie zonder woorden wordt overgebracht.


Slide 19 - Slide

Eenzijdige communicatie komt vooral voor als de communicatie via een tussenweg verloopt, dus niet rechtstreeks. Bij eenzijdige communicatie kun je als ontvanger geen vragen stellen aan de zender of er met hem over praten.
Eenzijdige communicatie komt tegenwoordig nog maar weinig voor. Vroeger was er bij de radio en de tv sprake van eenzijdige communicatie, maar tegenwoordig zijn programma’s op radio en tv steeds vaker interactief. Als ontvanger (dus kijker of luisteraar) kun je reageren, vragen stellen, mails sturen, opbellen en twitteren. Denk aan tijdschriften, boeken en folders dat is wel eenzijdige communicatie
Bij tweezijdige communicatie heeft de ontvanger de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt. (denk aan een gesprek of interview)
Wanneer er meer dan twee personen bij de communicatie betrokken zijn, spreken we ook wel van meerzijdige communicatie.
Vormen van non-verbale communicatie: - Lichaamstaal - Stemgebruik
Tegenstrijdige communicatie: De ander raakt in verwarring en zal geneigd zijn af te gaan op je lichaamstaal.
Film mr bean! kampion non verbale communicatie


Soorten communicatie
Tegenstrijdige communicatie = de verbale communicatie is niet in overeenstemming met de verbale communicatie.

Slide 20 - Slide

Eenzijdige communicatie komt vooral voor als de communicatie via een tussenweg verloopt, dus niet rechtstreeks. Bij eenzijdige communicatie kun je als ontvanger geen vragen stellen aan de zender of er met hem over praten.
Eenzijdige communicatie komt tegenwoordig nog maar weinig voor. Vroeger was er bij de radio en de tv sprake van eenzijdige communicatie, maar tegenwoordig zijn programma’s op radio en tv steeds vaker interactief. Als ontvanger (dus kijker of luisteraar) kun je reageren, vragen stellen, mails sturen, opbellen en twitteren. Denk aan tijdschriften, boeken en folders dat is wel eenzijdige communicatie
Bij tweezijdige communicatie heeft de ontvanger de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt. (denk aan een gesprek of interview)
Wanneer er meer dan twee personen bij de communicatie betrokken zijn, spreken we ook wel van meerzijdige communicatie.
Vormen van non-verbale communicatie: - Lichaamstaal - Stemgebruik
Tegenstrijdige communicatie: De ander raakt in verwarring en zal geneigd zijn af te gaan op je lichaamstaal.
Film mr bean! kampion non verbale communicatie


Slide 21 - Video

This item has no instructions

Communicatieproblemen
Wanneer het de zender niet lukt de boodschap goed over te dragen en/of de ontvanger het niet lukt de boodschap te begrijpen zoals de zender hem bedoeld heeft.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken
Communicatieproblemen kunnen ontstaan door
  • verschillen in (culturele) achtergrond en gewoonten
  • verkeerd vertalen van de boodschap
  • verkeerd begrijpen van de boodschap
  • ruis
  • communicatiestoornissen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Referentiekader
Wat bij communicatie een belangrijke rol speelt is ons referentiekader.

Dat is het geheel van denkbeelden, overtuigingen, waarden en
normen die iemand heeft opgebouwd in zijn leven en van waaruit hij de wereld om zich heen interpreteert en beoordeelt.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Verkeerd vertalen van de boodschap
Er ontstaat een probleem in het coderen van de boodschap.
Coderen = het omzetten van informatie

De zender gebruikt bijvoorbeeld woorden die de ontvanger niet kent of persoonlijke woorden waarvan de precieze betekenis niet helemaal duidelijk is.

Slide 26 - Slide

Denk aan leuk, goed, kwaliteit. Wat bedoel je nou echt?
Verkeerd begrijpen van de boodschap
Er ontstaat een probleem in het decoderen van de boodschap.
Decoderen = omzetten van de ontvangen boodschap in een eigen betekenis.

De ontvanger interpreteert de woorden van de zender verkeerd door er een eigen betekenis aan te geven, mogelijk beïnvloed door de gevoelens en de stemming van het moment.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ruis
Alle factoren die in de zender, de ontvanger of de omgeving de communicatie bemoeilijken of verstoren noemen we ruis.

Interne ruis: heeft met de zender of ontvanger zelf te maken.
Externe ruis: de communicatie wordt van buitenaf verstoord.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Communicatiestoornissen
Het onvermogen om informatie te geven en/of te begrijpen als gevolg van een orgaan- of lichaamsfunctie die ontbreekt, afwijkingen vertoont of beschadigd is.

Bijvoorbeeld: Zintuigelijke beperking, lichamelijke beperking, hersenletsel of een verstandelijke beperking.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Opdracht in groepen
Lees met elkaar het document door over de vier communicatiestijlen.

Bespreek in 10 minuten met elkaar welke communicatiestijl je bij elkaar herkent. Zet vervolgens in de gezamenlijke chat welke communicatiestijl het meest bij jou past.

Slide 32 - Slide

De vier communicatiestijlen
De vier stijlen van Bolton & Bolton gaan specifiek over waarneembaar gedrag. Uiteraard wordt dit bepaald door je persoonlijkheid en de context waarin je je bevindt. We lichten ze hieronder kort toe.
Analytische stijl
De mensen die deze stijl als voorkeursstijl hebben zijn vaak beheerst, zorgvuldig, feitelijk en wikkend & wegend. Mensen met een analytische stijl (ook beschouwende stijl genoemd) willen het goed doen op basis van analyse en zo het liefst fouten vermijden. Het nemen van risico’s vinden ze lastig. Anderen hebben last van het dichttimmeren van de risico’s en het steeds benoemen van de voetangels en klemmen. Analisten zijn moeilijk te peilen door anderen, je weet nooit wat ze er écht van vinden als je er niet stevig naar vraagt.
Sturende stijl
Mensen met een sturende stijl (ook directieve stijl genoemd) zijn vaak kort, bondig en zakelijk in hun communicatie. Ze zijn, pragmatisch en vaak gericht op resultaat. Ze hebben vaak een directieve en stellige manier van praten en daardoor komen directieven op de meesten zelfverzekerd over. Anderen ervaren directieven soms als ‘bazig’ of ‘dwingend’, ja zelfs autoritair.
Expressieve stijl
Veel mensen met een expressieve stijl zijn energiek, competitief en kunnen makkelijk praten. Je kunt niet om ze heen, zijn spontaan, enthousiast en nemen anderen graag mee op sleeptouw. Het gebruik van metaforen is hen niet vreemd. Anderen ervaren de expressieven soms als druk, overheersend, slordig of onzorgvuldig.
Beschouwende stijl
Veel mensen met een beschouwende stijl (ook coöperatieve stijl genoemd) zijn in hun communicatie vriendelijk, aardig en vaak bescheiden. Voor hen staat de relatie centraal. Het gaat hen om het contact maken en het behouden van een goede sfeer. Coöperatieven zijn vaak de thermometers van de sfeer in teams, ze worden ervaren als prettige mensen in de omgang. Anderen hebben soms wel eens last van hun besluiteloosheid en ‘softe’ aanpak.


Zelfstandig werken
Doe de test: https://test.psychologiemagazine.nl/test/ontdek-je-communicatiestijl. Komt de uitslag overeen met wat jullie in de groepen hebben besproken?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
ThiemeMeulenhoff Communicatie.
Thema 1.1 opdrachten 1 t/m 20
Thema 1.2 opdrachten 1 t/m 9

ThiemeMeulenhoff Persoonlijke verzorging
Thema 2.7: 1BC, 2
Thema 2.8: 1BC, 3, 4B




Slide 34 - Slide

This item has no instructions