1.4 C

Nederland als parlementaire democratie
Staatsinrichting van Nederland
Boek/ CB/ pen op tafel
wat zijn grondrechten?
Tas op de grond
Jas uit
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Nederland als parlementaire democratie
Staatsinrichting van Nederland
Boek/ CB/ pen op tafel
wat zijn grondrechten?
Tas op de grond
Jas uit

Slide 1 - Slide

Een parlementariër is betrokken bij de bespreking van de begroting. Welk recht is relevant in dit geval?
A
Recht van budget
B
Recht van enquete
C
Recht van amendement
D
Recht van initiatief

Slide 2 - Quiz

Een Kamerlid wenst een onderzoek naar het functioneren van een overheidsinstantie. Welk recht kan hij hiervoor inzetten?
A
Recht van amendement
B
Recht van enquete
C
Recht van initiatief
D
Recht van budget

Slide 3 - Quiz

Een parlementslid stelt vragen aan de regering over een recente gebeurtenis. Van welk recht maakt hij gebruik?
A
Recht van enquete
B
Recht van initiatief
C
Recht van budget
D
Recht van interpellatie

Slide 4 - Quiz

Een lid van de Eerste Kamer wijzigt een wetsvoorstel. Welk recht wordt hier uitgeoefend?
A
Recht van enquete
B
Recht van initiatief
C
Recht van budget
D
Recht van amendement

Slide 5 - Quiz

Een lid van de Tweede Kamer dient een voorstel voor een nieuwe wet in. Van welk recht maakt hij gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Recht van enquete
C
Recht van initiatief
D
Recht van amendement

Slide 6 - Quiz

Welke bevoegdheid heeft alleen een Tweede Kamerlid?
A
Recht van bekrachtiging
B
Recht van schorsing
C
Recht van verzoening
D
Recht van interpellatie

Slide 7 - Quiz

Wat is een exclusief recht van een Tweede Kamerlid?
A
Recht van veto
B
Recht van compromis
C
Recht van amendement
D
Recht van overweging

Slide 8 - Quiz

Welk recht heeft een Tweede Kamerlid, maar een Eerste Kamerlid niet?
A
Recht van advisering
B
Recht van benoeming
C
Recht van goedkeuring
D
Recht van initiatief

Slide 9 - Quiz

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
Het vormen van een bestuur
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe na verkiezingen in Nederland een regering wordt gevormd.
Begrippen:
referendum
coalitie
oppositie
B
Rechten en taken van het parlement
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.
Begrippen:
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
C
Rechten in de democratie
Leerdoel:
Je kan drie manieren noemen waarop de Nederlandse burger wordt beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.
Begrippen:
klassieke grondrechten
sociale grondrechten
rechtsstaat

 
recht van initiatief
recht van amendement
 
wetgevende macht
uitvoerende macht
rechterlijke macht

Slide 10 - Slide

Ook Nederlandse burgers hebben rechten.
De belangrijkste rechten staan in de grondwet: grondrechten.

Er zijn twee soorten grondrechten:
  • Klassieke grondrechten
  • Sociale grondrechten

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Klassieke grondrechten stonden in de grondwet van 1848.
Ze zorgen ervoor dat Nederland democratisch en vrij is:
  • Vrijheid van godsdienst
  • Vrijheid van onderwijs
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Vrijheid van drukpers: je mag je mening laten horen via internet, kranten of andere media
  • Vrijheid van vereniging en vergadering (bijv. eigen partij oprichten

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 15 - Slide

De sociale grondrechten zijn in 1983 aan de grondwet toegevoegd. Ze beschermen burgers tegen slechte leefomstandigheden:
  • Recht op bestaanszekerheid
  • Recht op onderwijs
  • Recht op woongelegenheid
  • Recht op werk
  • Recht op medische zorg
  • Recht op bewoonbaarheid van het land
  • Recht op rechtsbijstand

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 16 - Slide

Nederland is een rechtsstaat
In een rechtsstaat gelden de volgend regels:
  • alle burgers zijn voor de wet gelijk
  • bestuurders en rechters moeten zich ook aan de wet houden
  • burgers en bestuurders krijgen dezelfde straffen
  • rechters zijn onafhankelijk. De overheid kan ze niet zomaar ontslaan.
  • Niemand mag zomaar opgepakt of veroordeeld worden.  
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 17 - Slide

Ezelsbrug
Klassiek grondrecht = Kritiek
Deze grondrechten beschermen de burgers tegen de overheid en geeft vrijheid om kritiek te uiten op de overheid.

Sociaal grondrecht =  Steun
Deze grondrechten zijn juist bedoeld dat de overheid burgers steunen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Een persoon eist bescherming van persoonsgegevens door de overheid.
A
Klassiek grondrecht
B
Sociaal grondrecht

Slide 20 - Quiz

Een groep mensen wil toegang tot goede gezondheidszorg.
A
Klassiek grondrecht
B
Sociaal grondrecht

Slide 21 - Quiz

Een individu wil vrijheid van meningsuiting uitoefenen.
A
Klassiek grondrecht
B
Sociaal grondrecht

Slide 22 - Quiz

Een werknemer wil staken voor betere arbeidsvoorwaarden.
A
Klassiek grondrecht
B
Sociaal grondrecht

Slide 23 - Quiz

Een burger wil een politieke partij oprichten.
A
Klassiek grondrecht
B
Sociaal grondrecht

Slide 24 - Quiz

artikel 1 van de Grondwet: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk
behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht
of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

referendum

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

De verschillende machten in ons land zijn gescheiden:
  • Wetgevende macht
  • Uitvoerende macht
  • Rechterlijke macht
Hierdoor kan de macht niet bij één instantie liggen

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 27 - Slide

Trias Politica

Slide 28 - Slide

Wetgevende macht:
  • Dit is het recht om wetten te maken, te wijzigen en goed- of af te keuren.
  • In Nederland ligt deze macht voor het grootste deel bij het parlement.
  • Ministers mogen ook wetsvoorstellen indienen (recht van initiatief), maar dit moet wel goedgekeurd worden door het parlement.

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 29 - Slide

Uitvoerende macht:
  • Dit is het recht om aangenomen wetten uit te voeren. Dit recht ligt bij de ministers. Zij vormen samen met de koning de regering

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 30 - Slide

Rechterlijke macht:
  • Dit is het recht om te beslissen of iemand schuldig is en welke straf er wordt gegeven.
  • Alleen rechters hebben in Nederland dit recht
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Aan de slag!
Maken Memo
  • §1.4
Klaar? Oefenen!
  • oefenboek

Slide 33 - Slide