This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Grote toets
Slide 1 - Slide
Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo lood
C
kilo water
Slide 2 - Quiz
De massa = 2,5 g/cm3. Het volume = 4 cm3. Bereken de dichtheid.
A
2,54=1,6g
B
42,5=0,625g
C
2,5⋅4=10g
Slide 3 - Quiz
Dichtheid = 0,96 g/cm3. massa = 84 g. Bereken de volume.
A
0,0114cm3
B
87,5cm3
C
80,64cm3
Slide 4 - Quiz
Een stofzuiger van 1400 watt, twee lampen van 40 watt en een magnetron van 700 watt worden aangesloten op dezelfde groep. Hoe groot is de totale vermogen in kW?
A
P = 2180 kW
B
P = 2,140 kW
C
P = 2,180 kW
D
P = 2140 kW
Slide 5 - Quiz
Op een lampje staat: 6V;100 mA, P = U x I Hoe groot is het vermogen van het lampje?
A
P = 600 W
B
P = 0,6 W
C
P = 6 W
D
P = 60 W
Slide 6 - Quiz
Zet de volgende apparaten op volgorde: van laag vermogen naar hoog vermogen.
Aan een hefboom hangt op 15 cm van het draaipunt een massablokje van 50 gram. Hoe ver moet je een massablokje van 30 gram hangen aan de andere kant voor evenwicht?
A
Op 20 cm
B
Op 25 cm
C
Op 30 cm
D
Het goede antwoord staat er niet bij
Slide 9 - Quiz
Wat is het voordeel van een losse katrol?
Slide 10 - Open question
De bank heeft een massa van 70 kg. Hoe groot is de zwaartekracht?
A
700 Newton
B
7000 Newton
C
70 Newton
D
70000 Newton
Slide 11 - Quiz
De wip beweegt niet. Is er evenwicht?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Wat is een relais?
A
Een elektrische schakelaar
B
Een magnetische schakelaar
C
Een lichtschakelaar
D
Een drukschakelaar
Slide 13 - Quiz
Wanneer loopt er een stroom door een reedcontact (uiteraard in een verder gesloten stroomkring)?
A
Als er een lampje in de schakeling is opgenomen
B
Als er een weerstand in de schakeling is opgenomen
C
Als een magneet zich bevindt in de buurt van een reedcontact
D
Als een stukje ijzer zich bevindt in de buurt van een reedcontact
Slide 14 - Quiz
Hoe loopt de hoofdstroom in een transistor?
A
Van emitter naar collector
B
Van emitter naar basis
C
Van basis naar collector
D
Van collector naar emitter
Slide 15 - Quiz
Je ziet in de afbeelding het symbool van een ......
A
NTC
B
PTC
C
LDR
D
LED
Slide 16 - Quiz
Welke weerstand zit er in een thermometer?
A
NTC
B
POTMETER
C
LDR
D
CONDENSATOR
Slide 17 - Quiz
Spanning is 230 Volt en de stroom is 10 Ampere. Wat is de weerstand van het apparaat?
A
2,3 ohm
B
2300 ohm
C
23 ohm
D
0,04 ohm
Slide 18 - Quiz
Wat is de weerstand als een lampje op 6V werkt en er een stroom van 200mA doorheen gaat?