Uitleg 2.3 Bewegen_Klas 1TLH

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

2.3 - SPIEREN

Uitleg en Quiz - Thema 2 Bewegen

Wat is de zwaarste spier in je lichaam?

1. Je biceps (armbuigspieren)
2. Je triceps (armstrekspieren)
3. Je bilspieren
4. Je kuitspieren

Juist of Onjuist?
Een pees kan NIET samentrekken

1. Juist
2. Onjuist

Juist of Onjuist?
Een pees zit tussen je spier en het bot

1. Juist
2. Onjuist

Juist of Onjuist?
Een spierbundel bestaat uit
allemaal spiervezels

1. Juist
2. Onjuist

Juist of Onjuist?
Als een spier samentrekt wordt hij DIKKER en KORTER

1. Juist
2. Onjuist

Welke spier trekt samen
als je je arm buigt?
En hoe heet deze spier?

1. De armbuigspier. Biceps
2. De armbuigspier. Triceps
3. De armstrekspier. Biceps
4. De armstrekspier. Triceps

Welke spier is hier samengetrokken?

1. De biceps
2. De triceps

Welke spier is hier kort en dik?

1. De biceps
2. De triceps

Hoe noem je spieren die elkaar tegenwerken?

1. Antispieren
2. Antigonasten
3. Antagonisten
4. Antaspieren

Willekeurig of Onwillekeurig?
Je biceps.

1. Willekeurige spier
2. Onwillekeurige spier

Willekeurig of Onwillekeurig?
Je hartspier

1. Willekeurige spier
2. Onwillekeurige spier

Willekeurig of Onwillekeurig?
De spieren in je darmen

1. Willekeurige spier
2. Onwillekeurige spier

Willekeurig of Onwillekeurig?
Deze spieren kun je NIET zelf aansturen

1. Willekeurige spier
2. Onwillekeurige spier

Herhaling 2.1 en 2.2

Welk nummer is het heupbeen?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoe heet bot 3?

1. Rib
2. Borstwervel
3. Borstbeen
4. Borstkas

Wat is bot 6?
Hoe zie je dat?

1. Ellepijp. Aan de Duim-kant.
2. Ellepijp. Aan de Pink-kant.
3. Spaakbeen. Aan de Duim-kant.
4. Spaakbeen. Aan de Pink-kant

Wat is de goede volgorde van boven naar beneden?

1-Halswervels 2-Heiligbeen
3-Lendenwerels 4-Staartbeen
5-Borstwervels

1. 1-3-5-4-2
2. 1-5-3-2-4
3. 1-5-3-4-2
4. 4-2-3-5-1

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen schedelbeenderen.

1. Naadverbinding
2. Kraakbeenverbinding
3. Vergroeid
4. Gewricht

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen ribben en borstbeen.

1. Naadverbinding
2. Kraakbeenverbinding
3. Vergroeid
4. Gewricht

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen de wervels.

1. Naadverbinding
2. Kraakbeenverbinding
3. Vergroeid
4. Gewricht

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen dijbeen en scheenbeen

1. Naadverbinding
2. Kraakbeenverbinding
3. Vergroeid
4. Gewricht

Hier is een beetje beweging mogelijk.

1. Naadverbinding
2. Kraakbeenverbinding
3. Vergroeid
4. Gewricht

Wat voor verbinding zit er bij 2?

1. Naadverbinding
2. Kraakbeenverbinding
3. Vergroeid
4. Gewricht

Wat voor verbinding zit er bij 3?

1. Naadverbinding
2. Kraakbeenverbinding
3. Vergroeid
4. Gewricht

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen spaakbeen en ellepijp.

1. Scharniergewricht
2. Kogelgewricht
3. Rolgewricht
4. Geen gewricht

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen schouderblad en opperarmbeen.

1. Scharniergewricht
2. Kogelgewricht
3. Rolgewricht
4. Geen gewricht

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen heupbeen en dijbeen.

1. Scharniergewricht
2. Kogelgewricht
3. Rolgewricht
4. Geen gewricht

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen dijbeen en scheenbeen.

1. Scharniergewricht
2. Kogelgewricht
3. Rolgewricht
4. Geen gewricht

Wat is nummer 2?

1. Kraakbeenlaagje
2. Gewrichtssmeer
3. Gewrichtskapsel
4. Gewrichtsband

Wat is nummer 4?

1. Kraakbeenlaagje
2. Gewrichtssmeer
3. Gewrichtskapsel
4. Gewrichtsband

Welk nummer is het gewrichtskapsel?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 5

Welk nummer MAAKT gewrichtssmeer?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 5

Ga aan de slag met:

• 2.1 (maken + nakijken)
• 2.2 (maken + nakijken)
• 2.3 (maken + nakijken)

Kies zelf of je op de laptop of

in je leerwerkboek werkt!