B3I - Hoofdstuk 1, Paragraaf 2

Paragraaf 2: Veranderingen in oude arbeidswijken
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 2: Veranderingen in oude arbeidswijken

Slide 1 - Slide

aantekeningen

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1
- Koopwoningen
- Huurwoningen
- Welvaart
- Welzijn
- Leefbaarheid
- WOZ Waarde


Slide 3 - Slide

Wat doet de gemeente met de WOZ-waarde?
A
De gemeente bepaalt hiermee hoeveel belasting iemand moet betalen.
B
Zo kan de gemeente zien waar de welvaart hoog is.
C
De inkomens van de inwoners hangt hiervan af. De gemeente bepaalt deze.
D
Niets, het is gewoon goed om te weten.

Slide 4 - Quiz

Huurhuis
Koophuis
Je spaart voor je oude dag
Je hebt hogere onderhoudskosten
je hebt geen nadeel bij een waardedaling van de woning
Je mag een aanbouw plaatsen
je bent flexibel als je wilt verhuizen
De wijk is ruim opgezet
Woningbouwcorporatie

Slide 5 - Drag question

Welvaart
Welzijn
BNP/ hoofd
VN-Welzijnsindex
Verdeling beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
Koopkracht

Slide 6 - Drag question

Paragraaf 1
- Opleidingsniveau
- Structurele werkloosheid
- Integratie 
- Sociale cohesie/sociale samenhang
- Achterstandswijken



Slide 7 - Slide

Veranderingen op de arbeidsmarkt
Grote bedrijven gingen Nederland uit, waardoor arbeiders geen baan meer hadden. Specifiek arbeiders met een lage opleidingsniveau.

Mensen met een betere baan verhuisden naar nieuwere wijken, hierdoor bleven de laagste inkomens achter.

Slide 8 - Slide

opleidingsniveau
  • opleidingsniveaus rond 1950 lager dan nu
  • eenvoudig werk was makkelijk te krijgen
  • geen sprake van automatisering/lage loonlanden (China) (waarom)?  

Slide 9 - Slide

Fabrieksarbeiders konden moeilijk ander werk vinden, omdat ze weinig scholing hadden gehad
Welke extra moeilijkheid hadden gastarbeiders die hun baan verloren?

Slide 10 - Open question

structurele werkloosheid
  • ontstaat wanneer een bepaald soort werk verwijnt
  • denk aan: telefooncentralist, melkboer, lantaarnaansteker, schooltandarts, kruidenier

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

integratie
  • in hoeverre verschillende groepen mensen meedoen in de samenleving
  • doen ze mee met een lokale sportvereniging
  • praten ze met de buurt/buren
  • hebben ze een baan

Slide 13 - Slide

sociale cohesie/samenhang
  • is men verbonden met de buurt/het dorp/de stad
  • betrokken bij activiteiten in de wijk/stad
  • helpen buren wanneer nodig

Slide 14 - Slide

Slechte leefbaarheid
In de oude arbeiderswijken waren veel mensen werkloos geworden. Er was veel armoede en er ontstonden problemen.

Ook was er geen integratie, contact was vooral in eigen groep. Hierdoor kwam er geen sociale samenhang.

Slide 15 - Slide

onveiligheid
  • wanneer er een onveilige sfeer hangt in een wijk/straat
  • kan komen door:
  • hangjongeren
  • weinig controle door buurt/politie
  • slechte verlichting

Slide 16 - Slide

Wat zijn de gevolgen van een slechte leefbaarheid?

Slide 17 - Open question

zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 blz.30 veranderingen in oude arbeidswijken
maken paragraaf 2 H3
gebruik hierbij:
tekstboek blz. 30
werkboek blz. 47/48
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

Slide 18 - Slide

Zie clasroomscreen 

Slide 19 - Slide