BS 1.5 en 1.6: gewone celdeling (mitose) en reductiedeling (meiose)

BS 1.5 en 1.6: mitose en meiose
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BS 1.5 en 1.6: mitose en meiose

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling BS 1.4
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 1.5 en 1.6
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Herhaling BS 1.4
  1. Wat is het verschil tussen geslachtscellen en lichaamscellen?
  2. Hoeveel chromosomen hebben die cellen (van een mens)?
  3. Waar bestaan chromosomen uit en waar liggen die?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe een gewone celdeling (mitose) verloopt, wat het doel van de mitose is en wat de kenmerken ervan zijn.
  • Je kunt beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken ervan zijn.
  • Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
  • Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.

Slide 4 - Slide

Hoeveel chromosomen hebben lichaamscellen? En hoeveel geslachtscellen?
A
Beide 46
B
Beide 23
C
Lichaamscellen: 23 Geslachtscellen: 46
D
Lichaamscellen: 46 Geslachtscellen: 23

Slide 5 - Quiz

Een cavia heeft 64 chromosomen, hoeveel chromosomen hebben de cellen van het baarmoederslijmvlies van een vrouwtjescavia?

Slide 6 - Open question

Een ui heeft 16 chromosomen, hoeveel chromosomen heeft een cel uit de stuifmeelkorrel van de plant?

Slide 7 - Open question

Celdeling
Kan op twee manieren plaatsvinden: 
  • Gewone celdeling (mitose) --> vorming lichaamscellen
  • Reductiedeling (meiose) --> vorming geslachtscellen

Slide 8 - Slide

Mitose
3 stappen:
  1. Kerndeling: celkern splitst in tweeën
  2. Celdeling: het cytoplasma deelt zich in tweeën waardoor twee cellen ontstaan
  3. Plasmagroei: de gedeelde cellen vormen extra cytoplasma

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Stap 1: kopiëren
Stap 2: start kerndeling
Stap 3, 4, 5: kerndeling
Stap 5, 6: celdeling

Chromosomen zijn alleen zichtbaar onder de microscoop tijdens celdeling!

Slide 11 - Slide

Welke geslachtscel is groot?
A
Zaadcellen en eicellen zijn even groot
B
Zaadcellen zijn groot en eicellen zijn klein
C
Eicellen zijn groot en zaadcellen zijn klein
D
Verschilt per persoon

Slide 12 - Quiz

Wat voor verschil in uiterlijk zie je nog meer?

Slide 13 - Slide

Hoeveel chromosomen hebben zaadcellen van de mens?
A
23
B
24
C
46
D
48

Slide 14 - Quiz

Meiose
  • Geslachtscellen worden gemaakt door meiose, oftewel reductiedeling
  • Reductie = vermindering: dus een cel met 46 chromosomen maakt cellen met 23 chromosomen
  • Bevatten dus 1 chromosoom van elk chromosomenpaar

Slide 15 - Slide

46
92
92
46
46
23
Aantal chromosomen per cel

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Geslachtschromosomen

Slide 18 - Slide

Mitose en meiose
Lichaamscellen
Celdeling = mitose
Chromosomen in paren
23 paren, 46 losse
Geslachtscellen
Celdeling = meiose
Chromosomen komen enkel, niet in paren
23 losse

Slide 19 - Slide

Opdrachten maken
Basisstof
Opdrachten
1.5
1, 2, 5, 6, 7
1.6
1, 2, 3, 5, 6, 7

Slide 20 - Slide

Wanneer toets?
Voor vakantie
Na vakantie

Slide 21 - Poll