Lesson 4.2: Writing opdr. 14 t/m 19

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

	Vak: Engels Hoofdstuk: 4
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je Engels boek, maak het nog niet open. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren

- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

???

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

???

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

???

3. Lesdoel

Na deze les kun je:

- bepalen welke informatie je nodig hebt om een vraag te beantwoorden

- een kort berichtje schrijven

- Words van 4.2

Verdiept arrangement:

Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:

Les: 2 

blz.: 20 t/m 24

opdr.: 14 t/m 19

Mini-check

Quiz mee

Wat betekent dit woord?
drawing

1. tekenen
2. tekening
3. tekenaar

who

when

how

why

.... do you like that?

... are you?

... were you born?

... did you do that?

Vertaal de volgende zin:
How can I enter?

1. Hoe kan ik meedoen?
2. Hoe kan ik me opgeven?
3. Wie ben jij?
4. Mag ik meedoen?

Wie maakt wat?

3 vragen goed? Zelfstandig aan de slag:

les 2, blz. 20 t/m 24 opdr. 14 t/m 19

De rest doet mee met de instructie

4. Instructie

4. Instructie

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 2, blz. 20 t/m 24 opdr. 14 t/m 19

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 

Niels; laptop pakken om het verhaal voorgelezen te krijgen. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

V: les 2, blz. 20 t/m 24 opdr. 14 t/m 19 --> namen lln

B: les 2, blz. 20 t/m 24 opdr. 14 t/m 19 --> namen lln

I: les 2, blz. 20 t/m 24 opdr. 14 t/m 19 --> namen lln

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets/ lezen / woordzoeker. 

7. Evaluatie

Zelfstandig leren

- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren

- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  

Wat betekend dit woord?
essay

1. makkelijk
2. opstel
3. tekening

who

when

how

why

.... do you like that?

... are you?

... were you born?

... did you do that?

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van EN op.

Volgende lesuur: ....................

[e-mail]