Meester van de Woordvolgorde: Samengestelde Zinnen

Meester van de Woordvolgorde: Samengestelde Zinnen

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de juiste woordvolgorde in samengestelde zinnen op A2-niveau toepassen.

Wat weet je al over de woordvolgorde in samengestelde zinnen?

Basisstructuur

Onderwerp - Werkwoord - Rest van de zin

Inversie

Wanneer het werkwoord vóór het onderwerp komt, bijvoorbeeld in een vraag of bij bepaalde bijwoorden.

Tijdsbepalingen

Plaatsing van tijdsbepalingen voor of na het werkwoord, afhankelijk van de zinsconstructie.

Bijzinnen

De woordvolgorde in bijzinnen volgt dezelfde regels als in hoofdzinnen.

Oefening 1

Vorm samengestelde zinnen met de gegeven woorden en controleer de woordvolgorde.

Conjuncties

Het gebruik van voegwoorden om samengestelde zinnen te verbinden.

Oefening 2

Vul de ontbrekende woorden in om de samengestelde zinnen compleet te maken.

Toepassing

Schrijf een korte samengestelde brief of verhaal waarin je de geleerde woordvolgorde toepast.

Reflectie

Wat vond je lastig aan het toepassen van de woordvolgorde in samengestelde zinnen?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.