Herhaling 2.3 en begin 2.4 Het Lötschental

Welkom!
Ga zitten, pak je laptop, etui en aantekeningschrift.
Nee, ik heb geen laptop oplader
Houd je laptop en je schrift dicht.


Hier de film UP voor tijdens het wachten
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga zitten, pak je laptop, etui en aantekeningschrift.
Nee, ik heb geen laptop oplader
Houd je laptop en je schrift dicht.


Hier de film UP voor tijdens het wachten

Slide 1 - Slide

Formatieve toets
Alleen
5 minuten maken
5 minuten nakijken
In stilte

Slide 2 - Slide

2.4 Het Lötschental

Slide 3 - Slide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?
Je mag het antwoord zo geven. Eerst goed kijken.

Slide 4 - Slide

Bevolkingsdichtheid en reliëf
De bevolkingsdichtheid is laag in de Alpen. Alleen in de dalen liggen dorpen en steden. Hoog in de bergen wonen er weinig mensen omdat het er steil is en te koud. 

Slide 5 - Slide

Hooggebergte

Slide 6 - Slide

Middelgebergte

Slide 7 - Slide

Heuvelland

Slide 8 - Slide

Laagland

Slide 9 - Slide

Reliëf = hoogteverschil
4 vormen van reliëf van hoog naar laag:

1- hooggebergte > 1500m
2- middelgebergte 500-1500m
3- heuvelland 200-500m
4- laagland < 200m

Slide 10 - Slide

Hoogteligging 
Regel: Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt.

1000 meter omhoog is 6°C kouder.


Slide 11 - Slide

Het Lötschental

Slide 12 - Slide

Toendra
Alpenweiden

Slide 13 - Slide

Alpenweiden
In dit gebied is het te koud voor bomen om te groeien.          boven de boomgrens

Het is in de zomer kouder dan 10 °C. Hier groeien vooral grassen, kruiden en lage struiken.

De alpenweiden lijkt heel veel op de Toendra.

Slide 14 - Slide

Hoogtegordels

Slide 15 - Slide

Hoogtegordels
Grens tot aan waar bepaalde planten kunnen groeien. De temperatuur bepaalt dit!


5 verschillende zones:
  • Loofboomgordel
  • Naaldboomgordel
  • Alpenweiden
  • Rotsgordel
  • Eeuwige sneeuw

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Ga naar de opgaves via SomToday
Ga naar hoofdstuk 2
Maak eerst de opgaves van van 2.3 af: 
3, 4, 6 en 9 + herhaling en samenvatting 
Klaar?
1 en 3 en 8

Slide 17 - Slide