M4 rekenen
We oefenen met leuke rekenraadsels!
Wat heb je nodig?
O - wisbordje
O - wisbordstift
O - doekje
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 4
This lesson contains 21 slides, with text slides.
Items in this lesson
We oefenen met leuke rekenraadsels!
Wat heb je nodig?
O - wisbordje
O - wisbordstift
O - doekje
Slide 1 - Slide
1. Khaled heeft 22 appels. Er passen 10 appels in een zak. Hoeveel volle zakken kan Khaled maken?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 2 - Slide
2. 4 kinderen raden hoeveel geld er in de collectebus zit.
Er zit 62 euro in de collectebus. Wie zit er het dichtst bij 62?
O - Jad: 66
O - Jessie: 58
O - Fee: 68
O -Elham: 64
Slide 3 - Slide
3. Op de markt liggen 15 sinaasappels. Rhodé verdeelt dit over 5 doosjes. Hoeveel volle doosjes heeft Rhodé?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 4 - Slide
4. Als beloning leest meester Liam 3 verhaaltjes voor. Ieder verhaaltje duurt 7 minuten.
Hoeveel minuten leest meester Liam voor?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 5 - Slide
5. Hoeveel euro heeft de Rocky in zijn portemonnee?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 6 - Slide
6. Winkelier Julie vouwt 50 lange broeken op. En ook 26 korte broeken. Hoeveel broeken vouwt Julie op?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 7 - Slide
7. De telefoon van Fares gaat in het weekend 11 keer. Door de week 23 keer. Hoeveel keer gaat Fares' telefoon bij elkaar?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 8 - Slide
8. Er zijn 12 kinderen in het zwembad. De helft van de kinderen draagt nog zwembandjes. Hoeveel kinderen kunnen zwemmen zonder zwembandjes?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 9 - Slide
9. Een school heeft 5 lokalen. In elk lokaal staan 6 computers. Hoeveel computers zijn dit in totaal?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 10 - Slide
10. In de stad staan 66 stoplichten. 7 zijn al oud. Hoeveel verkeerslichten zijn nog nieuw?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 11 - Slide
11. In de kamer branden 20 kaarsen. Aaron blaast
de helft van de kaarsen uit. Hoeveel blijven er nog branden?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 12 - Slide
12. Op het strand staan 3 rijen met 10 rode strandhuisjes.
En ook nog 2 gele strandhuisjes. Hoeveel strandhuisjes staan er op het strand?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 13 - Slide
13. Evi en Abigail hebben 20 dropjes. Ze verdelen deze over zakjes. Per zakje gaan er 4 dropjes in.
Hoeveel zakjes vullen de meiden?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 14 - Slide
14. Onze school heeft 37 kinderen. 23 kinderen zijn meisjes. Hoeveel jongens zijn er?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 15 - Slide
15. Marciano en Kyan hebben samen evenveel stroopwafels verkocht. Samen hebben ze 16 stroopwafels verkocht.
Hoeveel stroopwafels hebben Marciano en Kyan elk verkocht?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 16 - Slide
16. Voor Kerst verkoopt slager Stijn 31 kilo kip, 42 kilo gehakt en ook nog 21 kilo kalkoenvlees. Hoeveel kilo vlees verkoopt slager Stijn?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 17 - Slide
17. Het is kwart over 5. Over een half uur gaan we eten. Hoe laat is het dan?
Slide 18 - Slide
18. Op het terras staan 92 tuinstoelen. Door de storm waaien er 31 tuinstoelen kapot. Hoeveel tuinstoelen zijn
er nog heel?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 19 - Slide
19. Op het pizzafeest van Thomas zijn 9 stukken pizza. Deze worden verdeeld over 3 vrienden. Hoeveel stukken pizza krijgt iedereen?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
Slide 20 - Slide
20. Aan de kapstok hangen 7 rijen met 4 jassen.
3 jassen hangen apart. Hoeveel jassen hangen er in totaal?
> Teken:
> Som: > Antwoord:
