QZ Le Romantisme

Le romantisme
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Le romantisme

Slide 1 - Slide

Weet je nog ?
Le siècle des lumières

Slide 2 - Slide

Introduction

Slide 3 - Slide

Napoléon Bonaparte
Revolutionaire periode 1789-1799
staatsgreep 1799
Keizer 1804
rust
militaire overwinningen
Waterloo 1815
Sint Helena 1821

Slide 4 - Slide

Restauration et révolution
Val Napoléon - rust hersteld
idealen revolutie > meermalen uitbarsting
betere levensomstandigheden, meer rechten - 1830, 1848
Monarchie > Republiek 1848
Louis-Napoléon keizer  1852

Slide 5 - Slide

La révolution industrielle
Agrarisch > industriële samenleving
uitvinding stoommachine
Stoomboot/stoomtrein
Boeren van platteland naar stad
slechte omstandigheden, laag loon

Slide 6 - Slide

Le mal du siècle
Mislukte idealen - negatieve gevolgen - harde bewind
Op twee manieren invloed:
- Misstanden aan de kaak
- vluchten uit het hier en nu
ander tijdperk, denkbeeldige oorden


Slide 7 - Slide

Le culte du moi
Individu centraal
verlichting: verstand centraal
individuele beleving, ik-pesoon
Nieuwe genres:
-Dagboek
- Autobiografische roman
Poëzie > persoonlijke gevoelens, verhouding tot omgeving (lyriek)

Slide 8 - Slide

La nature
Niet op gemak industriële wereld
vrijheid, puurheid, vrede
bescherming, troost, begrip

Slide 9 - Slide

La poésie lyrique
uitdrukken persoonlijke gevoelens
tragische liefdes
Ik-vorm voor heftige emoties

Alphonse de Lamartine (1790-1869)

Slide 10 - Slide

Le roman social
Inzetten hervormingen - engagement> Sociale roman
problemen gewone volk centraal
medelijden en verontwaardiging
Victor Hugo (1802 - 1855)
 - voorvechter democratie en sociale hervormingen
Conflict Napoléon III -> verbannen Guernsey
Les misérables, ellende van het volk, analyse van oorzaken
lezers herkennen zich in de problemen en leven  met de personages mee

Slide 11 - Slide

spleen et idéal
Hier en nu ontvluchten
-> Antwoord heersend gevoel onvrede/melancholie
Charles Baudelaire (1821-1867)
escapisme rode draad
paradox
moderne levensgevoel -> geen redding/uitkomst





Slide 12 - Slide

Op welke twee manieren heft het gevoel van onvrede invloed op de literatuur?

Slide 13 - Open question

Op welke twee manieren heft het gevoel van onvrede invloed op de literatuur?
A
Bescherming, verstand, troost
B
Troost, rust en begrip
C
Bescherming, begrip en troost
D
Vrede, puurheid en bescherming

Slide 14 - Quiz


Wat betekent het begrip Assonantie?
A
(Klinkerrijm) De herhaling van klinkers
B
vorm van spottende humor
C
een impliciete vergelijking
D
Klankrijm waarbij medeklinkers aan het begin van een woord herhaald worden.

Slide 15 - Quiz


Wat staat er centraal in de romantiek?
A
Het verstand
B
Het individu
C
Het geloof
D
politieke onrust

Slide 16 - Quiz

Welke nieuwe genres zien we in de romantiek?
A
de sociale roman, het dagboek en de autobiografische roman
B
Het dagboek, de autobiografische roman en de briefroman
C
de briefroman, sociale roman en het dagboek
D
de satirische roman, het dagboek en de autobiografische roman

Slide 17 - Quiz

Résumé
- Alliteratie
-Assonantie
-Engagement
- Metafoor
-Sociale Roman

Slide 18 - Slide