begrippen hoofdstuk 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Voor het spel is een virtuele wereld gemaakt. Wat betekent 'virtueel'?

In de zomer liggen we massaal in de zon. Wat betekent 'massaal'?

Wat betekent 'monitor'

1. klassenleraar
2. beeldscherm
3. eentonig
4. tijdelijk

Wat betekent 'universeel'?

1. met een diploma van een universiteit
2. makkelijk aan te passen
3. wat alleen digitaal bestaat
4. over de hele wereld hetzelfde

Welke woorden hebben een voorvoegsel dat iets zegt over de betekenis van het woord?

hergebruiken

beloven

wanorde

verbouwen

verklaren

Maak een zin met de woorden
helpdesk - registreren

Maak een zin met het woord 'voorlopig'. Uit de zin moet blijken dat je weet, wat dit woord betekent.

Ik (beloven) ........ je te komen.

1. beloofdt
2. belov
3. beloof
4. belooft

(werken).......je daar al lang?

1. werkt
2. werken
3. werkd
4. werk

Ik (branden) ........ daar mijn vingers niet aan!

1. brand
2. brant
3. brandt

Wat (vinden)...... je hier van?

1. vindt
2. vind
3. vint

De auto (starten)....... niet.

1. startt
2. start
3. stardt

De docent (beantwoorden)..... de vragen.

1. beantwoort
2. beantwoord
3. beantwoordt

Hij (houden)...... niet van spaghetti.

1. houd
2. hout
3. houdt

Waar (houden) ....... jij eigenlijk van?

1. houd
2. houdt
3. hout

Een zin in de directe rede begint altijd met een

1. dubbele punt
2. aanhalingsteken
3. kleine letter

Zet de leestekens en hoofdletters goed:
ze juichte we zijn kampioen

Zet de leestekens en hoofdletters op de juiste plaats:
sanne vroeg aan mij heb je je pijn gedaan esther