3/10 Jeugdjournaal en In Gesprek 3B

Welkom!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Planning 
  • stillezen + woordenschat
  • Nederlandstalige muziek
  • spreekopdracht Jeugdjournaal in drietal (zie dia groepjes)
  • zelfstandig verder werken in In Gesprek

Slide 2 - Slide

stillezen + woordenschat
Er gaat een blaadje de klas rond. Noteer hierop de woorden die je niet kent.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Nederlandstalig lied
Noteer op een blaadje:
  • titel van het liedje
  • naam van de artiest
  • je eigen naam
  • De komende weken luisteren we elke vrijdag een liedje.

Slide 4 - Slide

 Huiswerk inleveren: nieuwsbericht schrijven
  • Nieuwsbericht (Jeugdjournaal) van minimaal 4 zinnen. Zijn de 5w + 1h-vragen beantwoord in jouw bericht?
  • 5w + 1h-vraag : 
  • Wie?
  • wat?
  • waar?
  • wanneer?
  • waarom?
  • hoe?

Slide 5 - Slide

Groepjes spreekopdracht bij NOS- Jeugdjournaal 
  1. Alper, Hasan J., Abud
  2. Anastasiia, Idman, Mohamad A.
  3. Jamila, Hassan A., Ismail, (Hiba- bij afwezigheid Zethara)
  4. Nicoletta, Maks, Matvii
  5.  Zethara, Hiba, 
  6.  Rana, Mohamed K., Hieran
De persoon in het rood is de leider van het groepje. Zorg dat jullie eenzelfde Jeugdjournaal kiezen (van wanneer maakt niet uit) Zoek 3  onderwerpen en verdeel die onder elkaar. Schrijf je eigen tekst. (minimaal 4 zinnen)

Slide 6 - Slide

spreekopdracht bij NOS- Jeugdjournaal in drietal
  • Kijk  samen een NOS- Jeugdjournaal 
  • Zoek 2 (3) onderwerpen waarover jullie iets kunnen vertellen
  • Iedereen vertelt iets over 1 onderwerp in ongeveer 4 zinnen
  • Schrijf op een briefje wat je wilt vertellen
  • Zorg dat je de 5w + 1h-vraag kan beantwoorden. Wie?wat?waar?wanneer?waarom?hoe?
  • De presentatie hou je voor de klas. (vanaf volgende week)

Slide 7 - Slide

In Gesprek: vragen stellen
Open vraag: je kan erop een lang antwoord geven. 
Voorbeeld: waarom wil je hier komen werken?
Gesloten vraag: is alleen met 'ja' of 'nee' te beantwoorden.
Voorbeeld: Heb je dit werk eerder gedaan?

Opdracht: Bedenk zelf een open en een gesloten vraag die je aan je medeleerling zou kunnen stellen.

Slide 8 - Slide

In Gesprek
  • samen nakijken blz. 15 en 16 

  • verder met zelfstandig werken in hoofdstuk vragen stellen 

Slide 9 - Slide

Einde van de lessen op donderdag

Slide 10 - Slide

 vrijdag:Nieuwsbegrip 
  • fragment Jeugdjournaal kijken
  • woorden schatten
  •  definities van woorden bespreken

Slide 11 - Slide

 Nieuwsbegrip 
  • Verschillende niveaus
  • niveau A komt vooraan in de halve cirkel zitten
  • niveau B en C gaat achterin zitten en zelfstandig aan het werk: Alper, Rana, Nastia, Jamila, Idman, Zethara, Nikoletta

Slide 12 - Slide

groep B+C: tekstverbanden 
Een tekst bestaat uit zinnen. Die zinnen hebben iets met elkaar te maken= verbanden 
Aan signaalwoorden kun je vaak zien om welk verband het gaat.
Een verband dat vaak voorkomt is oorzaak of reden: waarom iets zo is of waardoor het komt. Signaalwoorden voor een reden zijn bijvoorbeeld: want, omdat, namelijk en door.
Een ander verband dat vaak voorkomt is een opsomming. Er worden meerdere dingen genoemd. Je herkent een opsomming aan dit soort signaalwoorden: en, ook, verder. Of: ten eerste, ten tweede, enz.
Ook een tegenstelling kom je vaak tegen. Dan zijn twee dingen heel verschillend. Signaalwoorden voor een tegenstelling zijn: maar, toch, echter, hoewel.
In een tekst staan vaak ook voorbeelden: bijvoorbeeld, zoals.

Slide 13 - Slide