In Gesprek: vragen stellen
Open vraag: je kan erop een lang antwoord geven. Voorbeeld: waarom wil je hier komen werken?
Gesloten vraag: is alleen met 'ja' of 'nee' te beantwoorden.
Voorbeeld: Heb je dit werk eerder gedaan?
Opdracht: Bedenk zelf een open en een gesloten vraag die je aan je medeleerling zou kunnen stellen.