WK01 3B Les 2

3.4 Stijggetal en daalgetal berekenen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.4 Stijggetal en daalgetal berekenen

Slide 1 - Slide

Welke spullen heb je nodig voor de les?
 Leg ze op tafel.
  •    
  • Leerboek     
  • Werkboek     
  • Schrift     
  • Schrijfspullen     
  • Rekenmachine     
  • Geodriehoek/liniaal     

Slide 2 - Slide

lesdoel(en)



  • Je kunt van een grafiek het stijggetal berekenen.
  • Je kunt van een grafiek het daalgetal berekenen. 
  • Je kunt met het stijggetal of daalgetal een formule maken.

Slide 3 - Slide

Bekijk het filmpje over het berekenen van het stijggetal en daalgetal

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

staat bij de horizontale as
stijggetal
begingetal
staat bij de verticale as

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Stijggetal en daalgetal berekenen

Slide 8 - Slide

  • Welk getal is het begingetal?
  • Je zie twee punten die je goed af kunt lezen.   Welke punten zijn dat?
  • Vul in: In vier uur stijgt de grafiek ............ euro.
  • Hoeveel stijgt de grafiek in één uur?                   Je hebt nu het stijggetal berekend.
  • Het kan ook anders............
  • Schrijf de formule op die bij de grafiek hoort.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Stijgt of daalt de grafiek?
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 11 - Quiz

Wat is het begingetal?

Slide 12 - Open question

Wat staat er bij de verticale as?
A
hoogte in meters
B
tijd in seconden

Slide 13 - Quiz

Wat staat er bij de horizontale as?
A
hoogte in meters
B
tijd in seconden

Slide 14 - Quiz

Stijg- of daalgetal uitrekenen
Pak 2 punten die je kunt aflezen in je grafiek.

Deel vervolgens de verticale verschil door de horizontale verschil.

Slide 15 - Slide

Wat is het verticale verschil tussen de twee punten?

Slide 16 - Open question

Wat is het horizontale verschil tussen de twee punten?

Slide 17 - Open question

Welke berekening moet er nu worden gemaakt om het daalgetal te berekenen?
A
horizontaal : verticaal
B
verticaal : horizontaal

Slide 18 - Quiz