This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Basisstof 4, hoofdstuk 1 Nask
Pak je boek en leg je ipad op tafel (dicht)
Slide 1 - Slide
Herhaling
Kort herhalen wat we de laatste lessen hebben gedaan.
Slide 2 - Slide
Veiligheid in het lokaal
Slide 3 - Slide
Werken met een gasbrander
Onderdelen
schoorsteen
slang
gasregelschroef
luchtring
Slide 4 - Slide
Stappen van de gasbrander
1: Luchtregelschijf hoog en gasregelknop dicht
2: Gasslang aansluiten
3: Gaskraan open draaien
4: Lucifer op afstand aan en daarna boven de brander houden
5: Dan pas de gasregelknop open
Slide 5 - Slide
Samengevat
Bij een gasbrander gebruik je de gele vlam als pauzevlam, de kleurloze vlan om iets te verwarmen en de ruistende vlam om een grote hoeveelheid te verwarmen.
Gedestilleerd water is water waar opgeloste stoffen uit zijn verwijderd/
Slide 6 - Slide
schoorsteen
gasknop
luchtschijf
gasaansluiting
voet
Slide 7 - Drag question
Erlenmeyer
Trechter
Maatcilinder
Bekerglas
Reageerbuis
Slide 8 - Drag question
Wat gebruik je in een practicumlokaal?
Verschillende materialen:
Reageerbuizen
Bekerglas
Erlenmeyer
Trechter
Gasbrander
Thermometers
Slide 9 - Slide
Hoe steek je de brander veilig aan?
Sleep de blokjes in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Controleren of alle knoppen dicht zijn
Grote gas-toevoerknop bij de tafel open zetten
Lucifer aan-steken
Lucifer boven brander houden
Gasregel- knop rustig open draaien
Met de luchtregel-ring de kleur regelen
Slide 10 - Drag question
Een pauze-vlam is klein en geel en oranje.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Bij een kleine blauwe vlam is de luchtschijf dicht.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Bij een onderzoek verwarm je 1000 mL water in een groot bekerglas. Dat doe je met een brander. Welke vlam kun je het beste gebruiken?
A
Een grote gele vlam
B
Een kleine blauwe vlam
C
Een pauze vlam
D
Een ruisende blauwe vlam
Slide 13 - Quiz
In een practicumlokaal zijn verschillende veiligheidsmaterialen. Eén daarvan is de oogwasfles of oogdouche. Waarvoor dient een oogwasfles?
A
Om je ogen schoon te spoelen als er iets in komt tijdens een proef.
B
Om je ogen schoon te spoelen na afloop van een proef.
C
Om je ogen schoon te spoelen vóór het begin van een proef.
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Een digitale klok heeft een grote en een kleine wijzer.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
De afkorting van graden celsius is C°.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quiz
Op een maatcilinder staan streepjes en getallen. Hoe noem je die streepjes en getallen?
A
Cilinderverdeling
B
Maatverdeling
C
Schaalverdeling
D
Streepjesverdeling
Slide 29 - Quiz
Met je zintuigen kun je nauwkeuriger waarnemen dan met meet-apparatuur.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quiz
Millimeter, centimeter, meter en kilometer zijn eenheden van lengte.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Waarmee meet je temperatuur?
A
Met een balans
B
Met een erlenmeyer
C
Met een liniaal
D
Met een thermometer
Slide 32 - Quiz
Hoe schrijf je 48 centimeter zo kort mogelijk, met de goede eenheid?